ken teweeggebracht wordt, maar zelfs hoofdza kelijk door het intensiteitsverschil ten gevolge van het om het hoofd heenbuigen der geluidsgolven, is het begrijpelijk dat het kunsthoofd" de beste op lossing brengt. De eerste demonstratie van het door Dr. de Boer ontwikkelde systeem vond plaats op een vergade ring van de Nederlandsche Natuurkundige Ver- eeniging te Eindhoven in 1941. Op veel grootere schaal werd eind 1943, begin 1944 opnieuw gede monstreerd met de op Philips-Millerband vastge legde muziek. Ook werden stereofonische opnamen op gramofoonplaten gemaakt, maar doordat het gat in de plaat, waardoor de as van de draaitafel steekt, iets grooter moet zijn dan de as zelf, slingert de plaat altijd een weinig. Voor het oog is dat on merkbaar, maar voor de beide „sporen", die dezelf de geluidstrillingen, echter met een zeer klein ver schil in intensiteit en tijd, registreeren, is dit fataal. Dat de stereofonie in de lucht zit (letterlijk en figuurlijk) blijkt wel hieruit, dat ongeveer een jaar geleden de radio-omroep in Nederland een stereo fonische uitzending organiseerde en verzorgde. In Denemarken, Zweden en Noorwegen heeft Dr. De Boer in het begin van dit jaar demonstraties gegeven met de stereofonische weergave van een in een andere zaal gegeven concert. Een derge lijke demonstratie mochten wij een dezer dagen bijwonen in Amsterdam, waar het in de Groote Zaal van het Concertgebouw onder leiding van Paul Hindemith gegeven volksconcert, gelijktijdig in de Kleine Zaal stereofonisch werd weergegeven. Dit experiment, onder leiding van Ir. R. Vermeu len van het Philips Laboratorium, is weer een be langrijke stap in de goede richting. Want bij elke nieuwe vinding, die gemeengoed zal worden, is het van belang dat haar ontwikke ling zoo nu en dan eens met den smaak en de reacties van het publiek geconfronteerd wordt, opdat de „uitvinders" daaruit kunnen leeren welke veranderingen er nog aangebracht moeten worden om de vinding te vervolmaken; dit gold destijds zoowel voor de film, zooals deze een vijftig jaar geleden werd uitgevonden, als voor de televisie, zooals deze tien jaar en langer geleden reeds in Nederland werd gedemonstreerd. Het geldt even zeer voor de pogingen om door middel van stereo fonie de natuurlijke weergave van concerten zoo veel mogelijk te benaderen. Daarom waren tot de demonstratie in het Concertgebouw tal van be roepsmusici, muziekcritici, regelmatige en onregel matige concertbezoekers uitgenoodigd en werd hun een enquêteformulier ter hand gesteld om daarin hun oordeel over dit experiment uit te spreken. Over de vraag of het ontbreken van het gezicht op orkest en dirigent onaangenaam of hinderlijk is, werden zéér verschillende antwoorden gegeven, waarbij de niet regelmatige concertbezoekers dit „gemis" hinderlijker vonden dan de overgroote meerderheid van de beroepsmusici. Een eerlijke vergelijking van de stereofonische weergave met de directe weergave zal altijd heel nïoeilijk blijven, omdat de acoustische eigenschap pen van de zaal daarbij zoo'n groote rol spelen. De Kleine Zaal, waar de weergave plaats vond, is namelijk buitengewoon geschikt voor kamermuziek, maar zij vertoont daardoor een veel grootere ab sorptie dan de Groote Zaal, waar het concert werd gegeven en die juist een bijzonder langen nagalm tijd heeft. Dit maakt dat de hoog e tonen minder goed tot hun recht komen dan de lage. De overgroote meerderheid, speciaal de beroeps musici, waren over de klankweergave zéér tevre den. Vrijwel unaniem was men van oordeel, dat de hier geboden wijze om muziek te genieten, goede en groote mogelijkheden biedt. Dit is van groot belang, omdat er altijd zeer vele plaatsen zullen zijn waar men geen gelegenheid heeft goede con certen te doen geven, hetzij door gebrek aan een goede zaal of door een onvoldoend a,antal goede orkesten. Verder zijn er voor vele menschen, in wier woonplaats wel goede concerten worden gege ven, financieele bezwaren, die hen van het genieten van goede muziek weerhouden. Over de heele wereld bestaat het streven om de menschen zooveel mogelijk tot de kunst te doen komen. In Amerika en in andere landen is de be langstelling voor goede muziek gedurende de laat ste jaren reeds sterk toegenomen; men mag dus verwachten, dat het ook voor Nederland zal gel den. Er is weinig fantasie voor noodig om te be seffen, dat mettertijd een goede stereofonische weergave een groote verrijking zal kunnen be- teekenen voor de film, die dan beter nog dan voor heen in staat zal zijn den menschelijken geest te boeien en zoodoende aan het overgroote deel van ons volk die gelegenheid tot ontspanning en ont wikkeling te verschaffen, welke slechts het filmme dium kan bieden. Uit een onooglijke cocon onlpopl zich een kleurige nachtvlinder. Opname uil ..METAMORPHOSE" van H. u, d. Horst.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 14