17 naalcontracten uitgevoerd zal mogen worden, waarbij wij tl tevens verzoeken dit geschil met den heer Bijlsma als een .vriendschappelijk" te beschouwen. Gezien het feit, dat een journaal in tegenstelling met gewone films reeds na eenige weken verouderd is, verzoeken wij U dit geval als spoedgeval te willen behandelen." dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot hare zitting gehouden op Woensdag, 12 Maart 1947 op het Bcndsbureau, Jan Luykenstraat 2 te Amsterdam, alwaar verschenen zijn de heer L. Groen, bestuurder van eischeres en de heer J. Bijlsma, gemachtigde van gedaagde; dat de heer Bijlsma namens gedaagde in hoofdzaak heeft verklaard, dat hij het voornemen had twee buitenlandsche journaals te vertoonen, daar het hem moeilijk viel regelmatig voldoende bijwerk van behoorlijke kwaliteit te huren: dat hij dus niet van plan was zijn contract met de N.V. Film fabriek Polygoon te Haarlem voor het Eclair-journaal op te zeggen; dat echter nadat hij het contract met eischeres had aangegaan, door den Nederlandschen Bioscoop-Bond blij kens een circulaire van 14 Januari 1947 aan elke bioscoop verboden is meer dan één buitenlandsch journaal te vertoo nen, welk besluit genomen is ter uitvoering van de Deviezen- beschikking dd. 26 November 1946 van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; dat hij derhalve door overmacht niet in staat is de met eischeres aangegane over eenkomst uit te voeren; dat hij overleg heeft gepleegd met de N.V. Filmfabriek Polygoon te Haarlem, ten ein|de tot een 'oplossing in der minne te geraken, maar dat deze pogin gen geen resultaat hebben opgeleverd; dat de heer L. Groen namens eischeres in hoofdzaak heeft verklaard, dat eischeres uiteraard het besluit van den Bond ter uitvoering van de Deviezenbeschikking van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen respecteert, maar dat eischeres zich op het standpunt stelt, dat dit besluit even zeer van toepassing is op de overeenkomst, welke tussehen gedaagde en de N.V. Polygoon bestaat; dat eischeres zich overigens refereert aan het reguest, waarbij het geschil is aanhangig gemaakt; dat de Commissie partijen in de gelegenheid heeft gesteld om overleg te plegen met de NV.. Filmfabriek Polygoon te Haarlem, ten einde een oplossing in der minne te verkrijgen, maar dat van beide partijen bericht is ingekomen, dat zij daarin niet zijn geslaagd; Overwegende: dat beide partijen lid zijn van den Nederlandschen Bio scoop-Bond en dat ingevolge artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het Arbitrage-Bondsreglement van den Neder landschen Bioscoop-Bond alle geschillen tussehen leden onder ling met uitsluiting van den burgerlijken rechter zij'n enderworpen aan de Bondsarbitrage, zooals die is geregeld in dat Arbitrage-Reglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onderhavig geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitrage-college, welks beslissingen vatbaar zijn voor hooger beroep bij den Raad van Beroep van den Neder landschen Bioscoop-Bond; dat het geschil uitsluitend betrekking heeft op de vraag, of het door den Nederlandschen Bioscoop-Bond uitgevaardigd verbod om meer dan een buitenlandsch journaal te vertoo nen voor gedaagde oplevert overmacht, als bedoeld in artikel 24 van de Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films van den Nederlandschen Bioscoop-Bond; dat het voormelde besluit van den Bond kennelijk erop gericht is te voorkomen, dat bioscoopexploitanten, die reeds één buitenlandsch journaal vertoonen, overgaan tot de ver tooning van een tweede buitenlandsch journaal, aangezien de voor den invoer van buitenlandsche journaals beschikbare deviezen daarvoor niet toereikend zijn; dat gedaagde ingevolge haar desbetreffend contract met de N.V. Filmfabriek Polygoon reeds één buitenlandsch jour naal had afgesloten en dat zij uitbreiding aan haar voorpro gramma heeft willen geven door het afsluiten van een tweede buitenlandsch journaal, te leveren door eischeres; dat het voormeld besluit van den Bond juist tegen het afsluiten van een tweede buitenlandsch journaal gericht is en dat derhalve het tussehen partijen aangegaan journaal contract niet behoort te worden uitgevoerd; dat uit het vorenstaande volgt, dat het besluit van den Bond dd. 14 Januari 1947 voor gedaagde oplevert overmacht als bedoeld in artikel 24 van de Bondsvoorwaarden en dat zij derhalve tegenover eischeres gehouden is noch tot betaling van den auteursprijs van het journaal noch tot eenigerlei schadevergoeding Rechtdoende als goede mannen naar billijkheid: Verklaart dat gedaagde niet gehouden is het tussehen haar en eischeres aangegaan journaalcontract uit te voeren; Veroordeelt eischeres in de kosten van het geschil, be dragende f 25. '—O In zake: J. v. d. Wal, exploitant van de Witte Bioscoop te Heeren veen, kantoor houdende aan de Tjepkemastraat 25 aldaar, eischer en N.V. Groen's Café en Restaurantbedrijven, exploiteerende de Schouwburg Bioscoop, gevestigd te Heerenveen, kantoor houdende aldaar aan de Dracht 1, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, etc. In aanmerking nemende: dat eischer bij reguest dd. 3 April 1947 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, aangevuld met een reguest dd. 10 Mei 1947, van welke reguesten afschriften aan dit vonnis zijn gehecht en welke worden beschouwd als te zijn ingelascht; Het request dd. 3 April luidde als volgt: ,,De directie der Schouwburg Bioscoop plaatste bij gaande advertentie waarop voorkomt de film .,De Ze vende Sluier" (The seventh veil). Deze film is echter door Eagle Lion Film Mij. N.V. aan mij verhuurd, waarvan ik het contract, alsmede een datumbevestiging in huis heb. Daar U kunt begrijpen dat zulke concurrentie door mij niet wordt geduld, stel ik F. Groen als exploitant zijnde, aansprakelijk voer het plaatsen der advertentie, en eisch 500.schadevergoeding voor het onrecht matig voeren van reclame van een film, welke contractu eel niet in het bezit is van de directie der Schouwburg Bioscoop alhier. Verder wordt rehabilitatie verlangd van de geplaatste advertentie, door middel van het plaatsen van een nieuwe advertentie, waarvan de copie door mij wordt opgesteld en kosten hiervan door de directie der Schouwburg Bioscoop worden vergoed. Grootte der advertentie gelijk aan die welke dit geschil teweeg brengt." Het reguest dd. 10 Mei had den volgenden inhoud: Bovengenoemde heer Groen plaatste in het dagblad ,,de Heerenveensche Koerier" van 3 April 1947 de ad vertentie in hijg aan blad. In het nummer van 5 April 1947 volgde een rehabilitatie welke onopvallend was. Alvorens dient opgemerkt te worden, dat ondergetee- kende en de heer Groen als collega's goed konden op schieten en tussehen hen een vriendschappelijke ver houding bestond. Tevens was een afspraak gemaakt dat onderling geen afbreuk zou worden gedaan aan elkanders bedrijf, door minderwaardig geschrijf in de kranten o.i.d. Zoodoende kunt U voorstellen, dat ik raar opzag, toen ik deze advertentie las. Direct ben ik 's avonds naar den heer Groen toe gegaan en hem gevraagd naar de advertentie wat dit

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 19