of filmkunst inderdaad wel tot de beeldende kun sten kon worden gerekend en, ofschoon men thans in het algemeen daarvan wel overtuigd is, zijn er nog steeds sommigen, die daaraan twijfelen. Beeldende kunst is realiteit, gezien door het oog van den kunstenaar, die de realiteit herschept. Daardoor is iedere kunstuiting afhankelijk van de persoonlijkheid van de scheppende kunstenaar, terwijl de persoonlijkheid o.m. afhankelijk is van de tijd waarin de kunstenaar leeft. Nu is niet ieder gevoelig voor kunstuitingen en nog minder mensen zijn gevoelig voor dezelfde kunstuiting. Dat brengt juist daarom niet het recht mee een oordeel te vellen over iedere kunst en iedere kun stenaar. Zo ergens dan is wel hier in de hoogste mate het oordeel subjectief. Evenals echter niet ieder, die met olieverf op een stuk linnen rond- strijkt een schilder-kunstenaar genoemd kan wor den is niet iedere cineast, die zich losmaakt van de zuiver objectieve visuele realiteit, wanneer die al mocht bestaan, een filmkunstenaar. Wanneer wij een parallel trekken tussen de producten van schilder en cineast dan zien wij enkele essentiële zaken, die beiden gemeenschappelijk moeten zijn. Daar is dan in de eerste plaats de compositie, dat wil dus zeggen, de verdeling van de af te beelden werkelijkheid binnen het raam van de voorstelling. De voorwerpen of de personen op een schilderij zijn daarop niet maar willekeurig gerangschikt maar zo samengevoegd, dat zij een eenheid vor men, die zich voordoet als een dwingende nood zakelijkheid, die nauwelijks een andere oplossing zou hebben toegelaten, Geheel hetzelfde is het ge val met de onderdelen van de voorwerpen of de lichaamsdelen van de personen. Deze eenheid van compositie, die zelfs ten dele onbewust aan ma thematische wetten, zoals die van de gulden snede beantwoorden kan, waarin niets behoort te „ram melen", buiten het kader valt, is één van de cri teria waarmede men een goed van een slecht schilderij kan onderscheiden. Naast de compositie leven in een schilderij als zeer wezenlijke factoren de toon, de juiste verdeling tussen licht en donker en het coloriet, de juiste samenstelling van het ge heel uit de verschillende kleuren, die tegenover elkaar staan maar met elkaar samenwerken ten einde het schoonste effect te verkrijgen. De waar lijk kundige schilder voelt intuïtief, dat is zonder er met zijn gedachten bij stil te staan, welke com positie, licht- en kleureneffecten het beste het we zenlijke van zijn wil tot uitdrukken van de door hem waargenomen werkelijkheid kunnen dienen. Compositie, toon en coloriet zijn eveneens van belang in de filmkunst. Ook hier is de verdeling van het beeldvlak, de belichting en de lichtval, in de ongekleurde film het contrast tussen lichte en donkere partijen en in de gekleurde film het juiste evenwicht tussen de verschillende kleuren en kleurcombinaties, van essentieel belang voor het aesthetisch effect. Hierbij komt dan nog, dat de schilderkunst in de grond statisch is en hoogstens beweging vermag te suggereren, De film daaren tegen is dynamisch en in staat zelve de beweging af te beelden. Voorts is het mogelijk, dat men het object van uit zeer verschillende gezichtshoeken kan opnemen en bovendien, na het eerst op een zekere afstand te hebben gefilmd, geleidelijk dan wel plotseling tot de close-up kan overgaan, vol ledige zichtbaarheid kan afwisselen met gedeel telijke, dimensies kunnen willekeurig vergroot of verkleind worden, om maar eens enkele technische mogelijkheden te noemen. Hierdoor kunnen uiterst suggestieve effecten worden verkregen en de rea liteit kan zich daardoor meer aan ons opdringen, 100 reëler gemaakt worden, om het eens zo uit te drukken, dan zij ons in werkelijkheid toe schijnt. Maar het is vaak juist het overmatige, ik zou bijna willen zeggen het barokke, dat door te Tijdens het filmfeest van de Afdeling Het Noorden vond de wereldpremière plaats van de film ..WALVIS IN ZICHT V' de eerste grote Nederlandse docnmentaire sedert de Bevrijding ver vaardigd Deze opname laat een klein dozijn reuzenvissen zien langszij de „WILLEM BARENDSZ, in afwachting van de verwerking tot traan

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 10