19
Frankrijk
De Féderation Nationale des Cinémas Francais,
waarbij bijna 4000 bioscoopondernemingen zijn
aangesloten, is onlangs met de Société des Auteurs,
Compositeurs et Editeurs de Musique (S.A.C.E.
M.), de Franse Buma, tot overeenstemming ge
komen inzake de auteursrechten voor muziek in
films, welke in den vervolge ten laste zullen komen
van de filmproducenten. Er is voor de Franse
exploitanten thans geen sprake meer van enige
verschuldigdheid van muziekauteursrecht bij ver
toning van geluidsfilms; de producenten nemen
deze voor hun rekening.
Verenigde Staten van Amerika
Het monopolie-proces, waarbij de acht grote
filmmaatschappijen bij het Hooggerechtshof te
Washington beroep hebben aangetekend tegen
het vonnis, door het United States District Court
voor het District Zuid van New York op 31
December 1946 gewezen, nadert langzaam zijn
beslissing.
Tijdens een der laatste zittingen van het
Hooggerechtshof werd namens geïntimeerde, het
Departement van Justitie der Verenigde Staten
van Amerika, een instructie gedeponeerd, waarin
gesteld wordt, dat het bezit van bioscopen door
filmproductiemaatschappijen de concurrentie op
onwettige wijze beperkt en een rechtstreekse
schending is van de Federale Anti-Trust
wetten.
Het Departement verzocht het Hof met klem
de appellanten de grote filmproductiemaat
schappijente dwingen haar belangen in 3.137
bioscopen, over het gehele land verspreid, te
verkopen en haar verhuurmethoden op drasti
sche wijze te herzien.
De beslissende van dit, nu reeds tien jaren du
rende, monopolie-proces, waaraan Amerika's
voornaamste rechtsgeleerden hebben deelgeno
men, wordt einde Mei of begin Juni verwacht.
De bekende ex-staatsman James F. Byrnes,
voormalig Minister van Buitenlandse Zaken,
thans adviseur van de Amerikaanse filmindustrie,
leidt de verdediging van een der appelanten.
De nettowinsten van de Amerikaanse films op
alle buitenlandse markten gedurende het jaar
1947 worden geschat op ongeveer 100.000,000
tegen 138.000.000 in 1946.
INHOUDSOPGAVE OFFICIEEL ORGAAN
Het vorig jaar zonden wij de leden een inhouds
opgave toe van de sedert de Bevrijding tot 1 Janu
ari 1947 verschenen Bondsorganen. Met dit num
mer wordt de leden zulk een inhoudsopgave over
het jaar 1947 toegezonden.
Aangezien de verschenen Bondsorganen voor
hen, die er prijs op stellen volledig georiënteerd
te zijn op organisatorische terrein, een niet te ont
beren naslagwerk vormen, wordt de leden aan
geraden hun jaargang (en) met inhoudsopgave te
laten inbinden.
gevolgd. Met het oog op misverstanden die hier
omtrent zijn/gerezen delen wij mede, dat een ieder
aan het examen kan deelnemen. Niet-cursisten zijn
hiervoor evenwel een examengeld van '10,
verschuldigd. Om het diploma A (2e operateur)
te behalen moet de candidaat gedurende 800 draai
uren of gedurende ten minste een jaar ononder
broken in de practijk werkzaam zijn geweest, en
ter verkrijging van het diploma B (Ie operateur)
3800 draaiuren of ten minste 3 jaren. Deze ge
gevens moeten uit het werkboekje blijken. De
exameneisen alsook de juiste data waarop het
examen zal worden afgenomen en de wijze waarop
men zich kan aanmelden, zullen zo spoedig moge
lijk worden bekend gemaakt.
Een andere categorie niet-vrijgestelde operateurs
meent zich om de cursus niet te behoeven be
kommeren. Wij raden de leden, die zulke opera
teurs in dienst hebben, dringend aan hen tot an
dere gedachten te brengen, aangezien de in Januari
a.s. beginnende cursus voor hen de laatste gelegen
heid is om het diploma op tijd te behalen.
Operateurs, die desondanks van het volgen der
lessen afzien, moeten hiervan t.z.t. de consequen
ties aanvaarden en kunnen niet op enige clementie
onzerzijds rekenen. Gaarne zullen wij zien, dat
dergelijke gevallen tijdig aan ons worden gesig
naleerd.
Voor de goede orde wijzen wij er op, dat het
vorenstaande niet impliceert, dat de vrijgestelde
operateurs het deelnemen aan de cursus resp. aan
het examen moet worden ontraden; integendeel.
Voor hen is dit echter geen noodzaak, doch naar
onze mening niettemin veelal wel aan te bevelen.
Zonder afbreuk te willen doen aan de kwaliteiten
van vele vrijgestelde operateurs kan men zich toch
niet ontveinzen, dat naar gelang het aantal gedi
plomeerde vrijgestelden, en wel in het bijzonder
de jongeren onder hen, in een ongunstiger positie
komen te verkeren.
Het verdient aanbeveling betrokkenen hierop
reeds thans attent te maken.