27
of besprekingen van welke aard dan ook, indien zij niet
schriftelijk zijn bevestigd, door partijen niet zullen worden
erkend;
dat derhalve, afgezien van het feit dat naar de mening
der Commissie geen aanwijsbare schade is geleden, aan eise-
res haar vordering moet worden ontzegd met haar ver
oordeling in de geschilkosten, bedragende 25.
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
ONTZEGT eiseres haar vordering om gedaagde te veroor
delen tot betaling van een bedrag groot 1000.voor elke
speelweek na 17 Juni 1948, gedurende welke de film ,,Er
komt een vogel gevlogen" niet in haar theater op het pro
gramma zal zijn genomen;
VEROORDEELT eiseres tot betaling van de geschilkosten,
bedragende 25.
Aldus gewezen te Amsterdam op
18 October 1948.
-o
In zake:
N. ORTJE, exploiterende de Churchill Cinema te Hilversum
en het Trianon Theater te Leiden, eiser en
N.V. HAGHE FILM, Waldorpstraat 8 te 's-Gravenhage,
gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrage-Reglement van die Bond benoemd en aangewe
zen als arbitrage-college voor de beslechting onder meer
van geschillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiser bij request d.d. 14 September 1948 een spoedge-
schil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk
request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat be
schouwd wordt als hier te zijn ingelast;
dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zit
ting, gehouden op Woensdag, 15 September 1948 ten kan
tore van de Nederlandsche Bioscoop-Bond aan de Jan Luy-
kenstraat 2 te Amsterdam;
dat aldaar verschenen zijn:
eiser persoonlijk, alsmede de heren W. Mullens Jr. en
C. v. d, Brugge, respectievelijk directeur en directie-secre
taris van gedaagde;
dat de heer W. Mullens Jr. namens gedaagde in hoofdzaak
heeft verklaard, dat de inhoud van het telegram van eiser
niet met de feiten overeenstemt; dat tijdens het telefoon
gesprek, dat hij op 10 September 1948 met eiser heeft ge
voerd, niet is toegezegd, dat de kleurenfilm in zake de in-
huldigingsplechtigheid van H.M. Koningin Juliana in ex
clusiviteit aan het Trianon Theater «te Leiden en de Churchill
Cinema te Hilversum zal worden geleverd; dat hij namelijk
reeds in onderhandeling was met Jogchem's Theaters N.V.
voor de verhuur van de film aan de theaters dezer onder
neming te Hilversum, hetgeen hij telefonisch aan eiser heeft
medegedeeld; dat in eisers request wordt vermeld, dat leve
ring van de film wordt geëist, hoewel gedaagde nimmer
heeft geweigerd de film te leveren, doch slechts de levering
in exclusiviteit van de hand heeft gewezen;
dat eiser in hoofdzaak heeft verklaard, dat zijn telegram
d.d. 10 September aan gedaagde wel in overeenstemming
met de feiten is; dat hem inderdaad is gezegd, dat Jogchem's
Theaters N.V. bij monde van de heer Van Dommelen, ook
reeds op de film in kwestie had gereflecteerd voor verto
ning in het Casino en City Theater te Hilversum, doch dat
bedenktijd was gevraagd; dat hij er toen op heeft gewezen
in tegenstelling met de N.V. Jogchems ook de film „Uit de
Oude Doos" van gedaagde te hebben afgenomen, weshalve
hij meende, althans in Hilversum, het eerste voor de ver
toning der onderwerpelijke kleurenfilm in aanmerking te
komen; dat gedaagde de billijkheid van dit standpunt bij
het telefoongesprek erkende en toezegde de films voor al
leen-vertoning in de Churchil Cinema te Hilversum en het
Casino Theater te Leiden aan hem te zullen verhuren; dat
hij deze toezegging onmiddellijk telegrafisch heeft bevestigd;
dat het bewuste telefoongesprek door twee zijner employé's
is bijgewoond, welke personen als getuigen zouden kunnen
worden gehoord; dat hij nog heeft getracht het geschil in
der minne te regelen door aan gedaagde voor te stellen de
film tegelijkertijd te verhuren aan de bioscopen van de N.V.
Jogchem's en zijn theater te Hilversum, alsmede aan zijn
theater te Leiden en dat van de heer Groenewegen aldaar;
dat ook dit voorstel door gedaagde van de hand is gewezen;
dat de heer W. Mullens Jr. namens gedaagde hierop in
hoofdzaak heeft geantwoord, dat het niet mogelijk is de
film alsnog in Leiden en Hilversum gelijktijdig met de an
dere bioscopen in deze plaatsen, die de film reeds hebben
gecontracteerd, ter vertoning te brengen, omdat daarvoor
niet over voldoende copieën kan worden beschikt; dat, aan
gezien eiser hangende het geschil geen vertoningsovereen
komst is aangegaan, hem voorlopig geen copieën kunnen
worden geleverd, omdat de levering in verband met de klei
ne voorraad copieën, in volgorde van afsluiting moet ge
schieden;
OVERWEGENDE:
dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond en dat ingevolge artikel 32 der Statuten en artikel 1
van het Arbitrage-Bondsreglement van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond alle geschillen tussen leden onderling met
uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen
aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat Arbitra
ge-Reglement;
dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het
onderhavig geschil kennis te nemen en daarin uitspraak
te doen als arbitrage-college, welks beslissingen vatbaar zijn
voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder
landsche Bioscoop-Bond;
dat de verklaringen van partijen met betrekking tot de
verhuur, respectievelijk huur in exclusiviteit voor het Trianon
Theater te Leiden en de Churchill Cinema te Hilversum van
de door gedaagde vervaardigde kleurenfilm over de inhul-
digingsplechtigheid van Koningin Juliana, lijnrecht tegenover
elkaar staan, terwijl geen van beiden de juistheid van het
geen ter kennis van de Commissie is gebracht, op overtui
gende wijze heeft kunnen staven;
dat weliswaar door eiser is verklaard, dat het bewuste
telefoongesprek is gevoerd in aanwezigheid van twee zijner
employé's, die als getuigen zouden kunnen worden gehoord,
doch dat deze getuigen het gesprek slechts eenzijdig heb
ben kunnen volgen, zodat ook hun eventuele verklaringen
geen enkel bewijs voor de gegrondheid van eisers vorde
ring kunnen opleveren;
dat, hoewel aangenomen moet worden dat de onderhan
delingen tussen partijen het punt van wilsovereenstemming
dicht waren genaderd waarbij in aanmerking is genomen,
dat de onderhavige film ook in andere plaatsen in exclusi
viteit is verhuurd aan eiser zijn vordering wegens ge
brek aan bewijs moet worden ontzegd en eiser moet worden
veroordeeld in de geschilkosten, die met het oog op de
spoedbehandeling, zijn bepaald op f 50.
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
ONTZEGT eiser zijn vordering om gedaagde te veroor
delen tot levering voor alleen-vertoning in het Trianon Thea
ter te Leiden en de Churchill Cinema te Hilversum van twee
copieën van de kleurenfilm in zake de inhuldigingsplechtig-
heid van H. M. Koningin Juliana;
VEROORDEELT eiser tot betaling van de kosten dezer
arbitrage, bedragende 50.
Aldus gewezen te Amsterdam op
18 October 1948.