IN MEMORIAM
8
Op 9 Januari 1949 overleed Mevrouw J. M.
Varossieau, deelgenote in de gelijknamige bio
scoop-exploitatie te Almelo. De begrafenis vond
in alle stilte plaats en de bioscoop werd gedu
rende enige dagen wegens rouw gesloten.
Het Hoofdbestuur, dat eerst enige dagen daar
na bericht van het overlijden ontving, betuigde
aan de familie van Mevrouw Varossieau, de
erven Hartgers, schriftelijk zijn deelneming met
dit verlies.
Op 69-jarige leeftijd is op 15 Maart overleden
ons lid de heer N. Roos, exploitant van de Bioscoop
Central te Krommenie. Opnieuw is hiermede aan
de Bond ontvallen een pionier van het Nederlandse
bioscoopbedrijf, die gedurende tal van jaren lid is
geweest van deze organisatie.
In de Bond zelf stond de heer Roos nooit op de
voorgrond, maar desondanks had hij zich door zijn
rustig en sympathiek optreden vele vrienden ver
worven. Men kon hem tezamen met zijn echtgenote
bijna iedere Maandag op de Filmbeurs treffen. Zijn
verscheiden zal daar een lege plaats doen ontstaan.
De heer C. H. de Lange, Voorzitter van de Af
deling Het Centrum, heeft bij de teraardebestelling
het Hoofdbestuur vertegenwoordigd. Tevens heeft
dit College aan de familie van de overledene zijn
hartelijke deelneming met het verlies betuigd.
De nagedachtenis van de heer Roos zal bij ons
in hoge ere blijven.
HUISHOUDELIJKE COMMISSIE INZAKE
NEDERLANDSE JOURNAALFILMS
De Voorzitter van de Centrale Commissie voor
de Filmkeuring heeft aan het Hoofdbestuur ter
kennis gebracht, dat de Huishoudelijke Commis-
misse artikel 2 van haar besluit van 28 November
1946, waarbij werd bepaald, dat het verboden
bleef het Nederlands journaal te vertonen anders
dan in zijn geheel, heeft ingetrokken en voor het
Nederlands Nieuws op 2 December j.1. een af
zonderlijk besluit in het leven heeft geroepen, het
welk hierop neerkomt, dat men in den vervolge
het Nederlands journaal evenals het buitenlands
journaal beschouwt als een film, welke bestaat uit
verschillende onderwerpen, die tot elkander in
geen enkel verband staan, zodat ieder op zichzelf
staand onderdeel van het Nederlands journaal fei
telijk als een afzonderlijke film zal worden be
schouwd in de zin van artikel 42 sub b. van het
Bioscoopbesluit, waardoor het achterwege laten
van de vertoning van delen van dit journaal ge
oorloofd zal zijn, behoudens voorzover op de keu-
ringskaart staat aangegeven, dat zij onverkort zul
len moeten worden vertoond, zulks uit hoofde van
de voorlichtende functie, welke voor het gehele
land van belang geacht kan worden.
Het besluit d.d. 2 December j.1. bevat de vol
gende punten:
a. met ingang van 7 Januari 1949 worden de af
zonderlijke onderdelen van het Neerlands
Nieuws door de Centrale Commissie als op
zichzelve staande films beschouwd in de zin
van artikel 42, sub b van het Bioscoopbesluit,
mits voldaan wordt aan de volgende voorwaar
den:
b. op de achterzijde van de keuringskaart moeten
alle onderwerpen van het Neerlands Nieuws,
zoals dit aan de Centrale Commissie ter keu
ring wordt aangeboden, door de aanvrager der
keuring afzonderlijk en in volgorde genum
merd, worden vermeld met aangifte van de
juiste lengte dier onderwerpen en van de tota
le lengte van het journaal in zijn geheel, zodat
de keuringskaarten van het onder a van dit
besluit genoemde journaal te beschouwen zijn
als de collectieve toelatingsbewijzen voor alle
op de achterzijde der keuringskaarten genoem
de en als afzonderlijke films te beschouwen on
derdelen;
c. de Voorzitter der Centrale Commissie wordt
gemachtigd om bij de keuring van ieder jour
naal van het Neerlands Nieuws te bepalen,
welke van de onderdelen uit het te vertonen
Neerlands Nieuws niet verwijderd mogen
worden;
d. de gedeelten uit het Neerlands Nieuws, welke
desgewenst uit het journaal mogen worden ver
wijderd, moeten ter plaatse, waar de vertoning
van dit journaal geschiedt, aanwezig zijn;
e. de gedeelten van het Neerlands Nieuws welke,
bij vertoning van het journaal, onverkort moe
ten worden vertoond, zullen op de achterzijde
der keuringskaarten op een door de Voorzitter
der Centrale Commissie te bepalen wijze wor
den aangegeven;
met ingang van 7 Januari 1949 is het be
paalde in artikel 2 van het besluit van de Huis
houdelijke Commissie van 28 November 1946
vervallen.