aan de ondernemingen, die zich ten doel stellen
vermaak te exploiteren, grotere winsten toevloeien.
Tot zover voorlopig. Hier staat in enkele regels
het nodige bijeen dat op een verhelderend ant
woord wacht.
De bewering, dat het profijt zou weggaan aan
verhuurder en exploitant, valt met het door een
ieder gekende feit, dat het genre films waarover
het hier gaat gaat, nauwelijks profijt afwerpt.
Zij brengen hun geld op, maar meer ook niet,
en daar moeten verhuurder en exploitant het mee
trachten te doen.
Beide catagorieën waren tot voor kort vol
doende vertegenwoordigd; zij waagden gaarne
iets voor de goede zaak, en gingen door met de
aankoop van films, die toch maar weinig zeker
heid gaven omtrent een vruchtbare exploitatie.
Men zal gemakkelijk begrijpen, dat het vooral
deze ,,wagers" zijn, voor wie de huidige be
lastingdruk langzamerhand ondragelijk wordt,
doch voor wie een- faciliteit van hogerhand vol
doende zou zijn, om de practische propagering
van de goede film voort te zetten, Men heeft
bij deze groep nooit over grote winsten horen
spreken, en dat zal voorlopig ook in de toekomst
het geval niet zijn.
Het is dus nogal tendentieus voorgesteld, wan
neer men zonder meer beweert, dat de onder
nemers en verhuurders er het „profijt" van
trekken.
In diezelfde geest is het tweede argument te
weerleggen. Exploitanten die iets wagen in de
richting van de zuivere film, exploiteren geen
vermaak. Hun vloeit het geld doorgaans niet
Het grote aantal oorringen aal deze Dajakse schone torst, legt
getuigenis a] van haar maatschappelijke welstand.
Uit de film: ..HET LAND VAN DE HOEDOS"
rad N. V. Multifilm - Batavia
toe, terwijl zij juist wel bereiken, dat bepaalde
culturele goederen onder de aandacht van het
grote publiek komen.
En dan treffen wij in dit verslag nog een op
merking aan aangaande de Nederlandse hoofd
films. De Raad maakt er zich min of meer van
af door terug te grijpen naar een besluit van
de Minister, waarin over de Nederlandse hoofd
film wordt gezwegen. Zulks om de eenvoudige
reden, dat deze toen Jan. '48 nog niei
bestond. Inmiddels werden de filmstudio's te
Adam gerestaureerd en kon daar onlangs de
eerste vaderlandse speelfilm worden afgewerkt.
Nu is het bekend dat de Minister over deze
kwestie doende is, doch wie weerhoudt de diverse
gemeentebesturen in deze een eigen beslissing te
nemen? Want dat de Nederlandse film geen be
lasting kan verdragen hebben wij de vorige maal
uitvoerig besproken. Er bestaat geen enkele aan
wijzing waaruit men zou kunnen concluderen, dat
deze jonge industrie de eerste jaren belangrijke
winsten zal opleveren. En zo de Nederlandse
films terrein veroveren, dan vloeien die winsten
weg aan een instelling, die er op uit is Neder
land enig aanzicht te geven in de orde van de
Cinematographie.
Om te besluiten, wij verzoeken de instanties
alsnog de nodige clementie te betonen inzake
films, die gemaakt werden met de intentie, het
publiek te winnen voor schone en eervolle zaken.
Zij mogen voor het belastingsoog niet langer ge
lijk geschakeld blijven met kermisproducten."
VermaKcIiJKe nelastin<*
De Vrij e 'Alkmaarder schrijft in zijn
editie van 22 Februari onder de titel .Vermake
lijke belasting" o.m.:
,,Neen, waarde lezer het opschrift is géén ver
gissing. Hoewel we ons kunnen voorstellen dai
u bij het lezen ervan de wenk
brauwen ophaalt. We hadden ook
kunnen schrijven: Vermakelijk-
heidsbelasting. Want daar wilden
we het eigenlijk over hebben. En
wel omdat deze vermakelijkheids-
belasting tot zoveel moeilijkheden,
tot zoveel uitwassen, tot zoveel
verschillende uitleggingen aanlei
ding is, dat het een klucht begint
te worden.
WanneerEn nu komt
er iets, dat minder vermakelijk
is, wanneer aan deze klucht geen
tragische kant zat. Ge herinnert
u misschien nog, dat het zo
ongeveer een jaar geleden is,
dat de gemeentebesturen wer
den verblijd met een circu-