11
Dames en Heren, uit dit alles moge U blijken,
dat wij geen eiland vormen in onze samenleving,
dat wij ons niet in een isolement kunnen terug
trekken, maar dat ons wel en wee ten nauwste
verband houdt met de maatschappelijke ontwik
keling om ons heen, nationaal en zelfs interna
tionaal, dat wij rekening zullen hebben te hou
den, met de veranderde inzichten omtrent de
betekenis van de film en het filmbedrijf, omtrent
de positie van het verenigingsleven, omtrent de
positie van de ondernemer en van de werknemer.
Dat alles vereist een voortdurende oriëntering,
een voortdurend contact met tal van instanties
buiten ons bedrijf om; dat alles vereist bij de
leiding inzichten die op een breder plan liggen
dan het enge particuliere.
Uiteraard kunt U er altijd op rekenen, dat het
Hoofdbestuur zich zijn statutaire plicht voor
ogen houdt en de belangen der leden voorop
stelt. De behartiging dezer belangen geschiedt
echter in het huidige tijdsgewricht, in een ander
tempo en in een ander formaat, dan voorheen,
een tempo en een formaat die niet door ons
worden aangegeven, maar door de ontwikkeling
waarvan wij slechts een deel uitmaken.
Wanneer ik U nog zou mogen adviseren dan
zou ik U allen willen opwekken de revolutionaire
ontwikkeling, die zich algemeen voordoet, te
bestuderen en U daarmede vertrouwd te ma
ken: dit hebt U als leiders van bedrijven als de
Uwe, die zozeer aan de weg timmeren, dringend
nodig, vooral ook om de maatregelen, die soms
noodzakelijkerwijze moéten worden genomen te
kunnen begrijpen en te kunnen appreciëren.
In het afgelopen jaar is de grote betekenis van
onze organisatie bij de viering van het 30-jarig
bestaan nog weer eens diep tot ons doorgedron
gen; waar zouden wij na de oorlog zonder onze
Bond zijn geweest. Ik onderschat geenszins de
betekenis van de kracht en de activiteit welke
onze leden particulier kunnen ontwikkelen. Noch
tans is het voor ieder ingewijde duidelijk, dat de
voorwaarden hiertoe mede worden geschapen
door de condities welke onze organisatie in het
leven heeft geroepen.
Laat ons dit blijvend waarderen. Dit was niet
alleen in de afgelopen jaren nodig, dit zal in de
toekomst nog meer nodig blijken. Laat ons met
elkaar samenwerken in goede harmonie en laat
ons vooral een prettige verstandhouding in acht
nemen. Het is dan niet alleen aangenaam om
te werken in ons bedrijf, maar ook om er in te
leven.
Deze woorden werden met een hartelijk ap
plaus onderstreept.
Nadat was medegedeeld, dat de Notulencom-
missie van de jaarlijkse ledenvergadering, ge
houden op 5 Juli 1948, zich schriftelijk met deze
notulen accoord had verklaard, werd op voor
stel van de Voorzitter besloten de onderwerpe-
lijke notulen goed te keuren.
Tot leden der Commissie belast met het na
zien van de notulen dezer jaarvergadering wer
den benoemd de heren M. Mendel, Amsterdam,
G. J. Milius, Hoogezand en W. Mullens Jr.,
s-Gravenhage.
Overige agendapunten
Het jaarverslag over 1948. dat aanleiding gaf
tot een levendige gedachtenwisseling over enige
essentiële onderwerpen als deviezen, belastingen
en de Nederlandse filmproductie, werd met alge
mene stemmen goedgekeurd.
Bij de algemene beschouwingen in zake de
Rekening en Verantwoording van het financieel
beheer over 1948 werd door de heer W. Mul
lens Jr., 's-Gravenhage, naar voren gebracht, dat
er voor de NV. Hahgefilm en in het algemeen
voor het filmfabricagebedrijf moeilijkheden zijn
gerezen in verband met de uitvoering van het
Contributiebesluit 1945. De kern van de onder
havige kwestie is een verschil van inzicht om
trent de interpretatie van het begrip omzet", als
omschreven in genoemd Besluit, bij de filmbe
werking. Verschotten, die daarbij door de fa
brieken aan de cliënten worden verstrekt in de
vorm van aan prijsfluctuaties onderhevig mate
riaal, dat zonder winst wordt doorberekend en
niet in de prijzen voor kinotechnische werkzaam
heden wordt gecalculeerd, wenste de heer Mul-
ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VERHUUR EN
HUUR VAN FILMS
Keuringskaarten
Artikel 20.
De keuringskaarten, welke ten bewijze van de toe
lating der films door de Centrale Commsisie voor de
keuring van films zijn uitgereikt, moeten door de ver
huurder, zo mogelijk tegelijk met de programma-
opgave, doch in ieder geval tijdig, per brief aan de
huurder worden toegezonden.
De huurder is verplicht onmiddellijk na beëindiging
van de vertoning der films, doch in ieder geval vóór
12 uur in de ochtend van de Vrijdag, onmiddellijk
volgende op de geëindigde vertoningsweek, de keu
ringskaarten van de films, waarvan de vertoning is
afgelopen, per brief aan het adres van de verhuurder
terug te zenden.
Voor door niet stipte nakoming van het in dit artikei'
bepaalde ontstane schade is de huurder aansprakelijk,
als de schade wordt geleden door de verhuurder en
omgekeerd.