Brand
weerdes
kundigen
P. C. van Bork, adjunct hoofdbrand
meester Rijksbrandweer Inspectie
D. Meenhorst, adjunct districts in
specteur Rijksbrandweer Inspectie
J. Nossent, hoofdbrandmeester Rijks
brandweer Inspectie
J. Oldekamp, hoofdbrandmeester ge
meentelijke brandweer Utrecht.
H. van Schendel, districts inspecteur
Rijksbrandweer Inspectie Arnhem
G. Schoonheim, hoofdbrandmeester
Rijksbrandweer Inspectie
M. Wolthof, adjunct hoofdbrandmees
ter Rijksbrandweer Inspectie
W. J. Bakker, technisch chef West End
Den Haag,
Jhr. F. L. Bicker, Directeur N.V. Bicker v. d.
Roer, Amsterdam
P. J. J. Biks, leraar Nijverheidsonderwijs
J. D. Geerling, technische dienst N.V. Philips
B. R. de Haan, leider schriftelijke cursus
H. v. d. Heyden, leraar Nijverheidsonderwijs
W. J. M. Janssen, technische dienst N.V. „Loeta-
foon" (Philips)
L. B. Kagenaar, firma L. B. Kagenaar, Utrecht
A. Miermans, Radiotechnicus
N. Reiff, CV. Soundfrost, Den Haag
J. A. Reinders, chef technische dienst N.V. Tu-
schinski/ N.V. Capitol
T. Timmer, Adjunct-Directeur N.V. Kinotechniek
R. Uges Jr., Exploitant Apollo Den Haag, Luxor
Leiden
R. de Vries, Corrector schriftelijke cursus.
OPLEIDING BIOSCOOP
OPERATEUR
De Stichting tot Opleiding
van Technisch Bioscoopperso
neel heeft op 26 en 29 Augus
tus j.1. 34 personen getoetst,
die zich hebben aangemeld als
leerling van de dagcursus tot
opleiding van bioscoopopera
teur, die genoemde stichting
ook dit seizoen weer in Amster
dam houdt. Van deze 34 can-
didaten werden er 22 tot de
cursus toegelaten.
WIJZIGING SCHRIFTELIJKE
OPERATEURSCURSUS
Het Bestuur van de Stichting „Instituut voor
Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" deelt
ons mede, dat het programma van de schriftelijke
operateurscursus met ingang van Januari 1950, het
tijdstip waarop de derde cursus zal verschijnen,
enige verandering zal ondergaan.
De tot dusverre uitgegeven cursussen zijn na
melijk min of meer te beschouwen geweest als
spoedcursussen, die ten doel hadden een zo groot
mogelijk aantal bioscoop-operateurs uit het bedrijf
in staat te stellen vóór 1 September 1950 het di
ploma te behalen, dat op die datum verplicht zal
worden gesteld.
Het Stichtingsbestuur acht nu de tijd gekomen
om de a.s. cursus meer te richten op de nieuwelin
gen, die het vak nog van den beginne af moeten
leren en rekening te houden met jongelieden, die
als gevolg van een onvoldoende vooropleiding an
ders de cursus niet zouden kunnen volgen.
De cursus zal hierdoor worden uitgebreid met
een korte vooropleiding, waarin behalve de hoofd
zaken van de practijk en de brandveiligheidsvoor
schriften de elementaire beginselen van de reken
kunde, de algebra en de meetkunde zullen worden
onderwezen; tevens zal de nodige aandacht aan
de Nederlandse taal worden geschonken.
Daarnaast wordt als tweede gedeelte de theorie
behandeld van de diverse vakken die een opera
teur in de practijk ontmoet en ten slotte volgt de
practische toepassing van de bestudeerde theorie
in een verzameling van lessen die men onder een
hoofdstuk practijk zou kunnen samenvatten.
De nieuwe cursus wordt dus als het ware in drie
Practijk gedeelte van net examen bioscoopoperaleur. Van links naar
rechtseen der candidaten, de excaminatoren D. Geerling,
E. h. Henny en J. Nossent