34 Filmverhuurders heeft toegezonden en dat zij zich aan de inhoud daarvan refereert; dat de Secretaris der Commissie daarop het bedoelde over zicht heeft voorgelezen (een afschrift daarvan is aan dit vonnis gehecht en wordt beschouwd als hier te zijn ingelast) dat de heer L. W. R. Meyer namens gedaagde hierop in hoofdzaak heeft verklaard, dat hij naar aanleiding van de mededeling van eiseres, dat zij een optie zou hebben verwor ven op een aantal Forstfilms, in Wenen een onderzoek heeft ingesteld, maar dat hem van zulk een optie niets is gebleken en dat hem ook niets gebleken is van de juistheid der stelling van eiseres als zou Willi Forst Film een aanbod van eiseres voor de exploitatie van deze films op 60/40 basis hebben geaccepteerd; dat hem wel is gebleken, dat het tot stand komen van een overeenkomst door Willi Forst Film afhan kelijk is gesteld van de leverantie van onbelicht filmmate riaal, voor welk doel ook de Belgische onderneming Europa Film bij de zaak betrokken is geweest; dat uit een telegram van Willi Forst Film aan eiseres d.d. 23 Mei 1947 bleek hoe belangrijk de leverantie van het onbelichte filmmateriaal was, aangezien in dit telegram o.m. is vermeld: Kodak Materiallieferung grundsatzlich Vertragsbedingung"; dat hij verder verwijst naar het door gedaagde met haar brief van 16 Mei 1949 aan de Commissie overgelegde rapport over de besprekingen, die door hem in Wenen met de heer Vessely van Forst Film en de heer Pack, vertegenwoordiger van Lumina Film zijn gevoerd; dat uit dat rapport bleek, dat de transactie, waarover onderhandelingen gaande waren, niet betrof een overeenkomst tussen Forst Film en de Belgische Europa Film, waarbij eiseres was betrokken; dat de trans actie met Europa Film wegens het achterwege blijven van de levering van materiaal is afgesprongen en dus ook eiseres geen rechten meer kan laten gelden; dat Sascha F'lm er eiseres schriftelijk od heeft ge w zen, dat haar van de rechten, die eiseres op de film ,,Hofrat Geiger" pretendeerde, niets bekend was, manr dat eiseres daarop niet heeft gereageerd; dat de heer Van Biene namens gedaagde hierop in hoofd zaak heeft geantwoord, dat zijn reactie op de brief van Sascha Film is geweest, dat hij aan Forst Film opheldering heeft gevraagd met verzoek de destijds gemaakte afspraken te bevestigen; dat Forst Film echter niet heeft geantwoord; dat het niet de schuld van Europa Film of Lumina Film is geweest, dat geen onbelicht filmmateriaal uit België is gele verd; dat de transactie met Europa Film is afgesprongen omdat bleek, dat Forst Film terzake van dezelfde films tegelijkertijd met twee andere Belgische ondernemingen over eenkomsten was aangegaan; dat uit de stukken blijkt, dat Europa Film wel was ingeschakeld, om Forst Film aan mate riaal te helpen, doch dat eiseresses bod van 60/40 gehand haafd is bebleven; dat de moeilijkheden, die hieromtrent zijn ontstaan, geweten moeten worden aan een verandrdng in de directie van Forst Film, maar dat zulks aan de rechten van eiseres geen afbreuk kan doen dat het lid der Commissie, de heer E. J. Verschueren, erop wijzende, dat in het telegram van Forst Film van 23 Mei 1947 de levering van het materiaal als een „gundsatzliche Vertragsbedingung" is qesteld, gevraagd heeft, of en op welke wijze eiseres op dit telegram heeft gereageerd; dat de heer Van Biene namens eiseres daarop geantwoord heeft, dat, voor zover hij in zijn dossier kan nagaan, op dit telegram niet is geantwoord; dat het lid der Commissie de heer Verschueren vervolgens gevraagd heeft, of, toen de overeenkomst met Europa Film niet kon worden uitgevoerd, omdat Forst Film ook met an dere Belgische importeurs contracten had afgesloten, eisere:; terzake stappen ten opzichte van Forst Film heeft onder nomen; dat de heer Van Biene namens eis,eres daarop geantwoord heeft, dat op 10 Juli 1947 per aangetekende brief aan Forst Film is medegedeeld, dat eiseres wilde vernemen, waarom de afspraken omtrent de film Hof rat Geiger" niet zoals was toegezegd voor v,vat Nederland betreft in een speciale over eenkomst met eiseres waren opgenomen in plaats van de verkoop van deze film voor de gebieden Frankrijk en België met die van Nederland te combineren; dat er in dezelfde brief op gewezen is, dat eiseres destijds onmiddellijk tegen die combinatie heeft geprotesteerd en dat Forst Film blijkens vroegere correspondentie de films „Hofrat Geiger" en .Wie ner Madeln" alsook verdere producties aan eiseres heeft toegezegd; dat de Voorzitter der Commissie, de heer C. van Willigen, erop wijzend, dat eiseres de relatie met Willi Forst Film destijds zo belangrijk vond, dat zij de heer F. Kahlenberg in 1946 naa" Wenen heeft gestuurd om een en ander te bespre ken, daarop gevraagd heeft, of het resultaat van deze bespre kingen schriftelijk is bevestigd; dat de heer Van Biene namens eiseres heeft medegedeeld, dat deze besprekingen door eiseres met een brief d.d. 15 Juni 1946 zijn bevestigd, luidende als volgt: Herrn Dr. Somborn Forst Film Produktion Schwarzenbergstrasse 1/3 W i e n - 1 Sehr verehrter Herr Dr. Somborn! Soeben von einer Reise aus U.S.A. zurikkgekehrt, finde ich Ihre freundlichen Zeilen vora 15. Mai vor. Ich habe dieselben auch mit meinem Sohn besprochen und es war mir ein Vergnügen, von der Unterhaltung zwischen Ihnen und meinem Sohn zu horen. Ich danke Ihnen und Herrn Forst für Ihre Bereitwilligkeit mit mir zusammenzuarbeiten und Sie können versichert sein, dass Sie dabei in allerbesten Handen sein werden. Ich habe Inte resse an den „Wiener Madeln". Haben wir damit das Eis gebrochen, zo können wir auch mit der Neuherausgabe Ihrer alteren Filme beginnen. Nach allem was ich gehort habe über Weise des Zustandekommens, Form und Inhalt und den von Ihnen beabsichtigten Wohltatigkeitsveranstaltungen ist ja der Wiener Madeln" auch ein besonders guter Behn- brechef. Da der „Wiener Madeln" in Anbetracht seiner Lange nur in Doppelvorstellung aufgeführt werden kann, bin ich ganz Ihrer Ansicht, dass die Eintritspreise das Doppelte der Übli- chen betragen mussen und zweifle gar nicht daran, dass diese ganz selbstverstandliche Preiserhöhung generell und reibungs- los durchgeführt wird. (Erhöhte Preise sind ja übrigens eine wunderbare Reklame, überzeugend und dabei billig). Was die Beschaffung des nötigen Farbmaterial für die hel- landischen Kopien anbelangt, so bin ich davon überzeugt, dass mein Sohn rechnen kann auf viel Unterstützung seitens der tchechischen Staatsfilmorgane, mit denen er ein beson ders gutes Verhaltnis unterhalt. Auserdem reist mein Sohn Endes nachsten Monats nach den U.S.A. um dort u.a. im Auftrage der hollandischen Behörden Farbfilmmaterial zu beschaffen für hollandische/indische Filme. Wo jetzt auch Ansco (Agfa U.S.A.) das neue Agfa-Wolfen Procédé (all- gemein anerkannt besser als Technicolor) bezitzen, wird er auch dort etwas ausrichten können. Selbstverstandlich wird mein Sohn bemüht sein weit über den Bedarf für Holland Material zu beschaffen, so dass die Kopienmaterialfrage für den Vertrieb Ihres Filmes vielleicht weitgehend gelost werden kann. Würden Sie so gut sein, mich etwas Nahers über „Wiener Madeln" wissen zu lassen? Vielleicht die Ubermittlung von Drehbuch, einige Photos, Rollenbezetzung und Musik? Und würden Sie auch die Freundlichkeit haben mir die Zeitschrift Film, solange ich sie nicht hier beziehen kann, regelmassig zuzusenden? Wegen einer Verbinding Ihrerseits mit einem hiesigen Verlag ist mein Sohn bemüht. Ihere Anregung, im Herbst nach dort zu kommen, leiste ich natürlich gerne Folge. Was nun die von mir erbetenen Ver-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 36