r v. Landelijke regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden in net bioscoopbedrijf ER heeft zich in ons land in en na de oorlog een merkwaardige ontwikkeling op het ge bied van de verhoudingen tussen werkge vers en werknemers voltrokken- In de bit tere dagen van de Duitse tirannie is voor velen de scheidingslijn tussen patroons en arbeiders een fictie gebleken, zijn zij zich er van bewust ge worden, dat de zogenaamde klassenstrijd een over wonnen begrip is en dat de gemeenschappelijke belangen van werkgevers en werknemers zwaarder wegen dan de belangen van iedere groep afzon derlijk. Deze nieuwe gedachten hebben de stoot gege ven tot de oprichting van de Stichting van den Arbeid, die, met erkenning van, de maatschappelij ke betekenis van de groepen van werkgevers en werknemers beiden, het georganiseerd overleg in de plaats heeft gesteld van de klassenstrijd. Deze Stichting, die representatief voor het gehele be drijfsleven is, tracht voor alle sociale vraagstukken een gemeenschappelijke en uit een oogpunt van pu bliek belang verantwoorde oplossing te vinden. In vele gevallen is zij daarin geslaagd. In belangrijke mate is het daaraan te danken, dat de wederop bouw van ons geschonden en verarmde vaderland niet is onderbroken door langdurige en massale stakingsgolven, zoals zich in andere Europese lan den maar al te vaak hebben voorgedaan. Toen het Hoofdbestuur een kleine twee jaar geleden het verzoek van de Stichting van den Arbeid bereikte om met de vertegenwoordigers der georganiseerde arbeiders, die in het bioscoopbedrijf werkzaam zijn, te beraadslagen over de lonen en andere arbeidsvoorwaarden, teneinde tot een ge meenschappelijk voorstel te komen voor een door het College van Rijksbemiddelaars vast te stellen loonregeling, heeft het Hoofdbestuur dat verzoek ernstig in overweging genomen en ma rijp beraad besloten eraan gevolg te geven. Overigens was het niet de eerste maal, dat onze organisatie met de vakbonden overleg ging plegen over lonen. Reeds in 1940 had de Afdeling Am sterdam daarmede een begin gemaakt voor wat de lonen der operateurs betreft. Er was toen volledige overeenstemming bereikt en er bestonden plannen om ook in Den Haag en Rotterdam soortgelijke overeenkomsten tot stand te brengen- De Duitse bezetting heeft dat alles vernietigd. Ook na de oorlog is er in grote steden contact met de vakbonden geweest, al had dat bijna uit sluitend betrekking op individuele gevallen. Meer betekenis kreeg dit contact, zodra de vak bonden betrokken werden bij de opleiding van technisch bioscooppersoneel. Toen het Hoofdbe stuur daarvoor een speciale stichting in het leven riep, ruimde het in het stichtingsbestuur ook drie plaatsen in voor de deskundigen, die aangewezen werden door de vakbonden. Het vraagstuk van de regeling der lonen en an dere arbeidsvoorwaarden van het bioscoopperso neel in het gehele land vereiste een nauwkeurige studie. Derhalve benoemde het Hoofdbestuur een speciale commissie, bestaande uit de heren J. J. Abeln, M. Desmet, W. K- G. van Royen, R. Uges Jr. en C. van Willigen, waarvan de heer Van Royen als voorzitter optrad en waaraan de heer H. W. Hagenberg als secretaris werd toegevoegd. Deze Loon Commissie heeft onder de bioscoop ondernemers een enquête gehouden, waardoor zij de beschikking kreeg over waardevolle gegevens betreffende de personeelsbezetting der bioscopen en de arbeidsvoorwaarden der verschillende cate gorieën werknemers. Daarna werden met de ver tegenwoordigers van alle vakbonden afzonderlijk besprekingen gehouden, teneinde te vernemen, wel ke wensen en grieven zij hadden- Zo kon de Loon Commissie zich langzamerhand een beeld vormen van een loonregeling, die aan redelijke eisen zou beantwoorden. Het heeft nu geen zin meer uit te weiden over de vele concepten, die het onderwerp zijn geweest van vele en tijdrovende besprekingen tussen de Loon Commissie en de vakbonden, maar wel moet gereleveerd worden, dat ook van de zijde van de Stichting van den Arbeid die bij deze bespre kingen een bemiddelende rol van grote betekenis heeft vervuld verschillende malen tot ingrijpen de wijzigingen is geadviseerd. Ten slotte is er ten overstaan der Stichting van den Arbeid overeenstemming bereikt met de vak bonden over het ontwerp van een loonregeling. Aan dit ontwerp heeft de buitengewone leden vergadering van de Nederlandsche Bioscoop- Bond op 12 December j.1. haar goedkeuring ge hecht. Arbeidsverhoudingen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 9