22
meente krachtens de grondwet van de Staat Flo-
rida geen bevoegdheid had tot het opleggen van
een verteringsbelasting en dat afgezien daarvan,
de heffing onredelijk, verbeurd verklarend en
nutteloos" was.
Het Hof stelde dat overeenkomstig de bewijs
voering van geïntimeerden gebleken was, dat in
sommige van hun ondernemingen ten gevolge
van de admission tax aan gemeentelijke belastin
gen (waarbij inbegrepen het jaarlijks aan de ge
meente te betalen recht voor de bioscoopvergun
ning) een bedrag werd betaald, dat hoger was
dan de netto-inkomsten dezer ondernemingen en
dat bij de overige bioscoophouders de belasting
heffing op de entreeprijzen zulk een remmende
invloed had op de bruto-ontvangsten, dat zij er
door ontmoedigd werden om hun onderneming
voort te zetten*
„Het is voorts gebleken" merkte het Hof ver
der op, ,,dat men bij het opmaken van de ge
meentelijke begroting voor het op 1 O c tob er 1949
beginnende fiscale jaar bevond dat de geschatte
uitcraven de inkomsten met 1.240.000 zouden
overschrijden. De onderwerpelijke belasting werd
opgelegd om de begroting sluitend te maken
„Dit Hof is de leer toegedaan, dat, indien een
belasting zodanig is dat zij iemands recht cm op
wettige wijze een bedrijf uit te oefenen aantast
of er toe leidt, dat grote aantallen uit hun onder
nemingen worden gedreven, zij zal worden af
geschaft"*
De verhoging van de aldus aan de bioscoop
ondernemers opgelegde lasten nagaande meende
het Hof, dat geen enkel bedrijf op de duur zulk
een verzwaring kan dragen en voegde daar aan
toe de principiële verklaring:
„De bevoegdheid om belastingen op te leggen
is niet de bevoegdheid om een op wettige wijze
uitgeoefend bedrijf te vernietigen. Het criterium
van een verteringsbelasting is hetgeen rechtvaar
dig en redelijk is, en niet hetgeen de gemeente
vraagt om een begroting sluitend te maken/'
Ten slotte besloot het Hof met het volgende
scherpe verwijt aan het adres der gemeentelijke
autoriteiten:
„Er is een ander principe gemoeid met het on
derwerpelijke geschil, dat aan deze stelling een
sterke steun verleent. Het winstprincipe is nog
altijd de basis van onze economie* Het beoogt een
redelijke vergoeding voor iemand die de energie,
vindingrijkheid en wil heeft om hetgeen hij bezit
te wagen in een wettige onderneming. Indien alle
beloningen verkregen door zijn waagstuk in het
laatje van de regering moeten verdwijnen voor
belastingen en subsidies, dan wordt de eigenaar
een pandgever van de staat en hebben wij een
vorm van socialisme, welke niet verschilt van
die waartegen wij onlangs twee oorlogen hebben
gevoerd om te demonstreren, dat wij hem niet
wensten. Wanneer die vorm van socialisme tot
een internationale samenzwering wordt, uitgaan
de van een of ander centraal punt, dan hebben
wij een vorm van communisme, welke niet ver
schilt van die welke wij hebben geleerd te ver
werpen. Het Hooggerechtshof van de Verenigde
Staten en de hoogste rechtscolleges der Staten
hebben bij herhaling uitgesproken, dat het een
van onze grootste voorrechten is gezonde demo
cratische beginselen te handhaven."
Non comiter, sed fortiter.
i
BEËINDIGING LIDMAATSCHAP
Wegens verlies van de vereisten zijn van het
lidmaatschap vervallen verklaard:
de N.V. Bebio, voormalig exploitante van het
W.B. en het Kennemer Theater te Beverwijk;
de Firma Asta Theater, voormalig exploitante
van de gelijknamige bioscoop te Gorinchem;
de Firma A. van Meel C. Hirschberg, vroe
ger exploitante van de bioscopen Alcazar, Cen
traal en Scala te Helmond;
de CV. Rema, voormalig exploitante van de
bioscopen Plaza en Ceintuur te Amsterdam;
de CV. Hallen Theater, voormalig exploitante
van het Hallen Theater te Amsterdam;
de CV. Lichtspel Centrum, voormalig exploi
tante van de bioscopen Apollo, Bio, Edison en
Luxor te Amsterdam;
de heer A. B. M. van Roven, voormalig ex
ploitant van het West End Theater te Amsterdam;
de N.V. Aton, voormalig exploitante van de
bioscopen Apollo en Flora te Zaandam en Con-
cordia te Amstelveen;
de Firma v. d. Veer, Kroonenberg Kesing,
voormalig exploitante van het Hollandia Theater
aan de Nieuwe Herengracht te Amsterdam.
LIQUIDATIE WAARBORGSOMMEN
In verband met de liquidatie van een aantal bij
de Bond gedeponeerde waarborgsommen worden
de leden uitgenodigd eventuele vorderingen op de
hieronder genoemde personen of ondernemingen
binnen acht dagen na ontvangst van deze publi
catie schriftelijk bij het Bondsbureau in te
dienen*
Het betreft hier de waarborgsommen van de
N.V. Bebio, voorheen exploiterende de bioscopen
Kennemer en W. B. Theater te Beverwijk en
van de Firma A. van Meel C. Hirschberg,
vroeger exploitante van de bioscopen Alcazar,
Centraal en Scala te Helmond, alsmede van de
Firma Van der Veer, Kroonenberg Kesing, de
CV. Hallen Theater, de CV. Lichtspel Centrum,
de heer A, B. M. van Royen en de N.V. Aton.