34
In zake:
NV. MONOPOLE FILM, gevestigd te Amsterdam en
kantoorhoudende aan de Nes 23 aldaar, eiseres, contra
de heer B. BRANBERGEN, onder de naam Okaphone
Filmonderneming, exploiterende een reizende bioscoop, als
mede een permanente bioscoop te Leens en te Zoutkamp,
wonende te Groningen aan de Oude Ebbingestraat 60 aldaar,
gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen
als arbitrage-college voor de beslechting onder meer van ge
schillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres bij request d.d. 28 October 1949, aangevuld bij
schrijven d.d. 5 November 1949, een geschil contra gedaagde
heeft aanhangig gemaakt, van welke stukken afschriften aan
dit vonnis zijn gehecht en die worden beschouwd als hier te
zijn ingelast;
dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar
zitting, gehouden op Woensdag 7 December 1949 op het
Bondsbureau te Amsterdam;
dat aldaar is verschenen de heer M. L. Koster, gemach
tigde van eiseres;
dat gedaagde niet is verschenen en evenmin de tegen hem
ingestelde vordering heeft tegengesproken, doch dat hij de
Commissie schriftelijk bericht van verhindering heeft doen
toekomen en haar heeft verzocht het gevorderde bedrag in
termijnen te mogen voldoen;
dat de heer M. L. Koster, namens eiseres, in hoofdzaak
heeft verklaard accoord te gaan met de betaling van het ge
vorderde bedrag ad in termijnen;
dat de Voorzitter der Commissie heeft voorgesteld voor
de eerste afbetaling een bedrag van vast te stellen en
vervolgens een bedrag van per week, totdat de gehele
vordering van eiseres, alsmede de geschilkosten zullen zijn
voldaan;
dat de heer M. L. Koster, namens eiseres, zich hiermede
accoord heeft verklaard;
OVERWEGENDE:
dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-
Bonc* en dat ingevolge het bepaalde in artikel 32 der Statuten
en artikel 1 van het Arbitrage-Bondsreglement van de Neder
landsche Bioscoop-Bond alle geschillen tuseen leden van de
Bond onderling, met uitsluiting van de burgerlijke rechter,
zijn onderworpen aan de Bondsarbitrage, zoals die is gere
geld in dat arbitrage-reglement;
dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het
onderhavig geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te
doen als arbitrage-college, welks beslissingen vatbaar zijn
voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder
landsche Bioscoop-Bond;
dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Com
missie heeft gebracht doch door vorenbedoeld verzoek om
hem termijnbetaling toe te staan, de vordering heeft erkend
en deze ook overigens, mede op grond van de overgelegde
stukken, aan de Commissie niet onbillijk of onredelijk voor
komt;
dat gedaagde derhalve moet worden veroordeeld tot beta
ling van het gevorderde bedrag ad overeenkomstig
de door eiseres toegestane regeling, alsmede in de geschil-
kosten bedragende 50.
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
VEROORDEELT gedaagde om aan eiseres te betalen het
gevorderde bedrag ad alsmede in de geschilkosten
bedragende ƒ50.zijnde in totaal
VERSTAAT dat dit bedrag zal worden betaald in één
termijn van fen zeven termijnen van verval
lende respesctievelijk op 28 December 1949, 4, 11, 18, 25
Januari, 1, 8 en 15 Februari 1950 (met dien verstande, dat
de eerste termijn ad moet worden betaald aan het Secre
tariaat van de Commissie van Geschillen voor arbitragekos-
ten; daarna zal allereerst de termijn van fvervallen);
VERSTAAT voorts dat indien gedaagde met de betaling
van enige termijn op de vervaldag in gebreke zou blijven,
zonder verdere aanmaning de straf van boycot overeenkom
stig het bepaalde in artikel 18B van het Arbitrage-Bonds-
rcglement te zijnen name zal worden uitgevaardigd.
Aldus gewezen te Amsterdam op 7 December 1949.
In zake:
WARNER BROS. FIRST NATIONAL PICTURES N.V.,
gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende aldaar aan de
Keizersgracht 738, eiseres, contra
de heer D. BRUIN Jr., exploitant van de Bioscoop Bad
hotel, wonende te Vlieland, Dorpsstraat A 129, aldaar, ge
daagde.
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen
als arbitrage-college voor de beslechting onder meer van ge
schillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres bij request d.d. 8 November 1949 een geschil
contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, waarvan afschrift
aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te
zijn ingelast;
dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zit
ting, gehouden op Woensdag 7 December 1949 op het Bonds
bureau te Amsterdam;
dat aldaar verschenen is de heer L. Levie, gemachtigde van
eiseres;
dat gedaagde niet verschenen is en evenmin de tegen hem
ingestelde vordering heeft betwist;
dat de heer L. Levie, namens eiseres, in hoofdzaak heeft
verklaard, dat eiseres aan het door haar ingediende gedocu
menteerde request niets heeft toe te voegen en haar vorderinq
onverminderd handhaaft;
OVERWEGENDE:
dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond en dat ingevolge het bepaalde in artikel 32 der Statuten
en artikel 1 van het Arbitrage-Bondsreglement van de Neder
landsche Bioscoop-Bond alle geschillen tussen leden van de
Bond onderling met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn
onderworpen aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in
dat arbitrage-reglement;
dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het
onderhavig geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te
doen als arbitrage-college, welks beslissingen vatbaar zijn
voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder
landsche Bioscoop-Bond;
dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Commissie
heeft gebracht en dat de ingestelde vordering mede op grond
van de door eiseres ingezonden bescheiden aan de Commissie
niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt;
dat derhalve eiseresses vordering behoort te worden toege
wezen en gedaagde moet worden veroordeeld tot betaling
van het gevorderde bedrag ad alsmede tot betaling
van de geschilkosten, welke zijn bepaald op 50.
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
O