19
Een uitvoerige gedachtenwisseling ontspon zich
omtrent de punten 6, 7 en 8 van de agenda, res
pectievelijk rekening en verantwoording van het
financieel beheer over 1949, het voorstel om
de contributie voor het jaar 1950 vast te stellen
op 1 van de omzet, als bedoeld in het Con-
tributiebesluit 1945, en de begroting van ont
vangsten en uitgaven voor 1950.
Aan de discussies hierover werd deelgenomen
namens de Spiendal Picture te 's-Gravenhage, de
N.V. Capitol en N.V. Tuschinski te Amsterdam
en de N.V. Jogchems Theaters te Amersfoort.
Verschillende sprekers drongen aan op ver
eenvoudiging van de rekening en verantwoording
en de balansen van de Bond, omdat deze een, naar
hun mening, voor niet-ingewijden onvoldoende
beeld gaven van de ontvangsten en uitgaven, die
rechtstreeks op het Bondsbureau en de afdelingen
betrekking hebben. Ook drongen zij aan op be
zuiniging, gezien het feit, dat de inkomsten als
gevolg van de daling der recettes jaar in jaar uit
minder worden. Verder werden inlichtingen ge
vraagd omtrent de balansposten, betreffende de
Stichting Nederlands Filminstituut, de Stichting
Nederlandse Filmstudio en de Weerstandskas.
Deze sprekers werden beantwoord door de
Bondspenningmeester, de heer W. K. G. van
Roven uit Amstelveen, die o.m. uitvoerig aan
toonde dat reeds belangrijke bezuinigingen waren
doorgevoerd en erop wees, dat het Hoofdbestuur
voortdurend attent is op verlaging van het Bonds-
uitgavenbudget.
Hierna werden met algemene stemmen goed
gekeurd de rekening en verantwoording, het
voorstel van het Hoofdbestuur om de contributie
voor het jaar 1950 vast te stellen op 1 van de
omzet, alsmede de begroting van ontvangsten en
uitgaven voor het jaar 1950.
De periodiek aftredende Hoofdbestuursleden,
de heren J. S. Croeze, L. Groen en W. K. G.
van Roven, werden bij enkele candidaatstelling
herkozen. De Voorzitter richtte zich met een
woord van dank tot de betrokkenen voor het
werk, hetwelk zij in het belang van het bedrijf
in de afgelopen zittingsperiode hebben verricht.
(Applaus van de vergadering).
Overeenkomstig het voorstel van het Hoofd
bestuur werden herbenoemd de periodiek aftre
dende leden der Filmbeurscommissie, de heren
G. H. Groenewegen te Leiden en H. Timmer te
Amsterdam, eveneens onder dankzegging door de
Voorzitter voor de bewezen diensten.
Het voorstel onder punt 11 b. van de agenda
om ingevolge artikel 8 der Statuten, van het lid
maatschap van de Bond vervallen te verklaren
de heer W. P. Schefer te Voorburg, werd door
het Hoofdbestuur van de agenda teruggenomen,
omdat met genoemde heer inmiddels een beta
lingsregeling was getroffen.
Bij de rondvraag verzocht de heer M. J. W.
Peters uit Venk> namens de leden van de Afde
ling Het Zuiden om in het vervolg vóór de aan
vang van een algemene ledenvergadering geen
filmbeurs meer te houden, opdat deze vergadering
op een vroeger tijdstip zou kunnen worden uitge
schreven en de agenda deswege eerder zou zijn
afgehandeld, ten dienste van de leden, die nog
dezelfde dag weer bij hun zaken moeten zijn.
De vergadering werd vervolgens door de
Voorzitter met een woord van dank voor de
belangstelling des avonds omstreeks 6.45 uur
gesloten.
AANMELDING LIDMAATSCHAP
Voor het lidmaatschap hebben zich aangemeld:
de N.V. De Gulden Weg, waarvan directeur is
de heer J. van Bentum, voor het gaan exploiteren
van het Astra Theater, (voorheen Centraal Thea
ter), te Wassenaar (adm.-adres: Snouckaertslaan
4, Amersfoort);
de N.V. G. Thedinga's Mij. tot Exploitatie van
Bioscopen en andere Amusementsbedrijven, waar
van directeur is de heer J. S. Thedinga te Zutphen,
voor het gaan exploiteren van het Apollo Thea
ter te Assen;
de N.V. Theater De Roskam, waarvan directeu
ren zijn de heren S. Barnstijn te Utrecht en P. O D.
v. d. Bergh te 's-Gravenhage, voor het gaan ex
ploiteren van het Theater De Roskam te Loos
duinen (gemeente 's-Gravenhage);
de heer H. van Bergen te Baarlo, voor het gaan
exploiteren van de permanente bioscoop-B Tha-
lia, aldaar;
de heer H. H. Fonke te Echt, die gaat exploite
ren de Royal Theaters te Echt en Heythuysen.
BEROEPCOMMISSIE NIEUWE LEDEN
(N.V.B.)
De Beroepcommissie Nieuwe Leden heeft in
haar zitting van 11 Mei behandeld een hoger be
roep, ingesteld door de heer A. G. van Tol Jr. te
's-Gravenhage tegen de beslissing van de Nieuwe
Ledencommissie d.d. 28 September 1949, waarbij
aan hem de toelating tot het lidmaatschap van
de N.V.B, voor het gaan exploiteren van een
bioscoopreclamezaak werd geweigerd. De Be
roepcommissie bevestigde de beslissing van de
Nieuwe Ledencommissie en besloot derhalve
eveneens de gevraagde toelating aan appellant te
weigeren.