©e Hilw op het Holland festival
BALANS DER CRITIEK
r
7S
vJ
„GONE W1TH THE WIND"
15
NU het Holland Festival, waaraan dit jaar voor de tweede maal door de
film werd deelgenomen, weer tot het verleden behoort, is het misschien
dienstig om eens na te gaan welke reacties de films, welker vertoning
door ruim 5500 bezoekers werd bijgewoond, bij de filmcritici hebben opgeroepen.
Over het algemeen kan worden geconstateerd, dat de belangstelling van de
Pers groter was dan het vorig jaar en dat van die zijde de deelneming van
de film aan het Holland Festival met instemming is begroet. Over de aard
van deze deelneming bleek wel eens verschil van inzicht te bestaan. Sommige
recensenten meenden, dat de te vertonen films uitsluitend meesterwerken
zouden moeten zijn. Zij zouden daarbij dan uit moeten gaan' van de premisse,
dat ook alle overige manifestaties, welke in het kader van het Holland Festival
plaats vonden, kunstuitingen van de hoogste orde waren, een opvatting, welke
door vele van hun collega's, blijkens de critieken, zeker niet werd gedeeld. Men
mag veeleer de opvatting huldigen, dat het manifestaties van een bijzonder
karakter zijn, die als een demonstratie van de kunsten en derzelver beoefening
zijn te beschouwen.
In dat licht dient men de keuze van de Werkcommissie Film te bezien. Tot haar
teleurstelling moest de Commissie bij haar keuzebepaling constateren, dat de
Italiaanse film, welke het vorig jaar op waardige wijze was vertegenwoordigd,
dit jaar op het appèl ontbrak, evenals trouwens de Engelse film.
Het valt zeer te betreuren, dat het Nederlandse element dit jaar aan de film-
manifestaties moest ontbreken. Daar dit beschamende feit niet aan het Neder
landse film- en bioscoopbedrijf kan worden verweten en de openbare mening
zeer wel weet, waarom de productie van Nederlandse hoofdfilms en korte films
geheel tot stilstand is gekomen, zullen wij daarop hier niet nader ingaan.
Meer nog dan het vorig jaar het geval was, bleken de meningen der critici
ten aanzien van bepaalde films uiteen te lopen. Dit is een op zichzelf logisch
verschijnsel en wij hebben in deze kolommen reeds eerder betoogd, dat men
de critiek deswege niet van onwaarde kan verklaren.
Wanneer wij hier dus enige, elkaar in bepaalde opzichten soms weersprekende,
recensies laten volgen, dan is dit slechts om aan te tonen, dat de films in
quaestie een discussie ten volle waard waren.
Want al de typische eigenschappen van de
Lange film' (de zgn. „film fleuve") vinden wij
in dit kolossale werk terug. Om met het beste
te beginnen: de episoden, waarin het drama over
heerst, zijn uitstekend verzorgd. De personages
uit Mitchell's roman hebben hier vertolkers ge
vonden, waarvoor iedere onbevooroordeelde toe
schouwer slechts waardering kan hebben.
Vivien Leigh, die de grillige, onberekenbare
Scarlett O'Hara voor haar rekening nam, blijft
nergens beneden de eisen van haar zeer moeilijke
taak. Clark Gable is de rol van de ruwe, dyna
mische Rhett Butler op het lijf geschreven, terwijl
de betreurde Leslie Howard in de zachtmoedige
Het hart gaat uit naar de Scarlett van de
Engelse actrice Vivien Leigh. Wat men zich
uit de papieren bladzijden van haar herinnert,
wordt volkomen beantwoord door haar voorstel
ling in celluloid. Naast haar schittert wijlen Leslie
Howard in de rol van de fijnzinnige en over-
beschaafde Ashley Wilkes.
De twee andere figuren van het kwartet, dat
hier de eerste viool speelt, Rhett Butler en Me-
lanie Hamilton, konden in de film niet aan hun
trekken' komen. Zou men het boek niet gelezen
hebben, dan begrijpt men niets van de beweeg
redenen van de charmante vrouwenjager en oor
logswinstmaker Butler. Vóór alles ziet men hem