16
Ashley Wilkes een zijner nobele, verfijnde crea
ties op de been brengt. Ten slotte zien
wij Olivia de Havilland als de ietwat zoetelijke
en vlakke Melanie een karakter, waarvan zij
maakt wat er van te maken valt... ook al doet
de geladenheid van de toekomstige „Heiress" en
het vrouwtje uit „The Snakepit" zich reeds voor
voelen. Al hetgeen temeer waardeerbaar is, daar
de personages in hun voortdurende afwisseling
van goede er slechte eigenschappen zeer mense
lijk gebleven zijn.
(L. Jordaan in „Vrij Nederland").
Beschouwen we de film op haar artistieke
mérites dan zij allereerst vermeld, dat zij zeker
niet de nare hoedanigheid bezit, die de best
sellers uit de literatuur plegen tegemoet te zien,
zodra zij door het filmbeeld worden vertolkt.
Fleming heeft werk gemaakt van zijn stof en
het verhaal van het boek, in compactere vorm
dan die van de roman-zelf uiteraard, de verzor
ging gegeven, die men van het Hollywoodse pro
duct kent. Helderheid, vlotheid, verstaanbaarheid
zijn de voornaamste eigenschappen van ,,Gone
with the wind".
Men zou echter onvolledig en daardoor oneer
lijk zijn, indien men niet wilde toegeven, dat
Fleming toch met bijzondere aandacht getracht
heeft, zowel de kleur als de muziek met gereser
veerdheid in de gang der beelden toe te passen.
In tegenstelling tot zoveel Amerikaanse films
wordt hier geen misbruik van kleur en muziek
gemaakt. Soms zelfs, met name bij de afsluiting
van de verschillende episodes, doemt de kleur
op als een factor van dramatische aard, een
enkele maal te sterk aangezet, maar toch op z'n
minst eerlijke bedoelingen aangewend.
Om te besluiten: Fleming's film zal in de orde
der aesthetische waardering nogal critiek moe
ten ondergaan, doch kan naast de courante pro
ducten zonder enig bezwaar een bizonder werk
worden genoemd.
(A. van Domburg in „De Tijd").
De romantiek en de avonturen in het histori
sche raam van Georgia tijdens en na de burger
oorlog die het Zuiden der Verenigde Staten ver
armd en beroofd van zijn gemakkelijke élégance,
maar niet van zijn arrogantie, achterliet, zijn in
de film verwezenlijkt in brede, royale trant: een,
onafzienbare stroom van warmgekleurde beelden
en bewogen incidenten, die over het doek wordt
gestuwd. Niet alleen door de ongewone lengte
was ,,Gone with the wind" in 1940 een mijlpaal
in de historie van Hollywood: een kolossaal pro
duct, dat tien jaar later technisch alles behalve
verouderd is en werd gefilmd en gespeeld met
op de film als Clark Gable zonder meer, van wie
we nu eenmaal gewend zijn, dat hij gemakkelijk
met vrouwen omgaat. Zijn Rhett Butler-figuur
blijft geheel in de technicolor steken.
Melanie Hamilton daarentegen is wèl uit de
verf gekomen, maar stelt toch teleur door de
wijze, waarop zij werd geïnterpreteerd. Van deze
in het boek zo sterke figuur, wier grote geest
kracht haar gebrek aan uiterlijke charme zozeer
in de schaduw stelt, dat zelfs Rhett Butler haar
zijn respect niet kan onthouden, bleef in de film
niet meer over dan een zoete en vrij saaie creatie
van Olivia de Havilland.
(B. J. Bertina in „De Volkskrant").
De film kenmerkt zich door een technisch mi-
nitieuze verzorging, die niet is verouderd. Wél
valt het op, dat in de na de oorlog vervaardigde
films het spel een strakkere vorm heeft gekregen.
Hieraan is het waarschijnlijk toe te schrijven, dat
in deze met veel zorg vervaardigde film de actie
van de spelers en de gesproken tekst een te
zwaar accent bezitten.
Lady-killer Clark Gable speelt de figuur Rhett
Butler en buit zijn befaamde kwaliteiten zoveel
mogelijk uit, zodat men van hem kan „genieten"
in zijn glansperiode (1939). Vivien Leigh is naar
onze mening te mooi voor Scarlett in het boek
ligt het zwaartepunt bij deze figuur niet op de
uiterlijke vrouwelijke schoonheid, doch op het
ondefinieerbare element, dat zelfs een niet knappe
vrouw in het brandpunt der belangstelling kan
plaatsen. Blijkbaar heeft de producer dit in 1939
niet aangedurfd en zat men nog teveel vastge
roest in de vermeende noodzaak van filmschoon-
heden.
Wij zijn dus verre van enthousiast over de
befaamde film „Gejaagd door de wind", die haar
filmische tekorten te danken heeft aan een brok
kelig scenario en aan een over het algemeen
slaafse navolging van het boek door regisseur
Victor Fleming. Aan de noodzaak vooral bij
deze omvangrijke roman om te herscheppen,
is niet voldaan.
(Pieter van der Valk in „Het Binnenhof"
Fleming heeft zich bijna pijnlijk nauwkeurig
aan de tekst gehouden. Zodat men bijna vier uur
lang aan zijn stoel gebonden is als men de ge
schiedenis van Scarlett O'Hara en Rhett Butler
met alle annexen nog eens wil uitzitten.
De film is niet beter of slechter (alleen véél
langer en kostbaarder) dan de gemiddelde Ame
rikaanse ciné-roman in technicolor. De oorlog
met de slagvelden en de brand van Atlanta zijn
weergegeven met al de overdreven grootscheeps
heid, die het apparaat kan opbrengen. De armoede
is even schilderachtig en gezellig, en de luxe is
even verblindend als in elke andere super-pro"