23 bedoeld onder letters a, b en c in Nederland te distribueren. Dit recht wordt aan filmverhuurders gegeven voor de duur van vijf jaar, te rekenen vanaf het moment, dat de distributie dezer films mogelijk zal zijn. Filmverhuurders zullen aan het Nederlands Be- heersinstituut, zodra zij hun keuze uit de beschikbare films gemaakt hebben, of zodra en zo vaak zij een keuze zullen maken, lijsten van de gekozen films voorleggen, opdat het Nederlands Beheersinstituut in de gelegenheid gesteld wordt te controleren of de auteursrechten voor Nederland der gekozen films onder zijn beheer vallen.") 3. Indien op vorenstaande vragen bevestigend wordt ge antwoord, rijst de vraag, of de eisende partij gebruik wenst te maken van het bepaalde in artikel 43 van het Besluit Vijandelijk Vermogen om de beslissing van het Beheersinstituut aan te vechten. In dat geval zou te zijner tijd de beslissing van de Raad voor het Rechts herstel dienen te worden overgelegd, waarna de Com missie zich een juist oordeel kan vormen en uitspraak in het geschil kan doen. dat Mr. Peters namens gedaagden heeft verklaard, dat gedaagden de film „Bel Ami" nog niet hebben gekozen, doch dat het Beheersinstituut wel mondeling heeft verklaard, dat deze film onder zijn beheer ressorteert op grond van het Besluit Vijandelijk Vermogen; dat de Voorzitter van de Commissie een schriftelijke be vestiging van het Beheersinstituut van deze mondelinge verklaring heeft gevraagd en voorts de vraag heeft ge steld of gedaagden voornemens zijn genoemde film te kiezen; dat Mr. Peters namens gedaagden hierop heeft geant woord: „Misschien"; dat de Voorzitter der 'Commissie heeft gevraagd, of eiseres, indien bovenbedoelde schriftelijke verklaring van het Be heersinstituut wordt overgelegd, in beroep zal gaan bij de Raad van het Rechtsherstel; dat Mr. de Grooth namens eiseres in hoofdzaak heeft ver klaard, dat het hem als griffier van de Raad voor het Rechtsherstel bekend is, dat een procedure als waarom het hier gaat ten minste een jaar duurt; dat hij de Commissie voorts heeft gevraagd gedaagden een termijn te stellen voor het nemen van een beslissing ten aanzien van de keuze van de film „Bel Ami", omdat, indien de film wordt gekozen, de Raad voor het Rechtsherstel zich onbevoegd zal ver klaren, daar het dan een geschil betreft tussen twee civiele partijen; dat Mr. Peters namens gedaagden in hoofdzaak heeft ver klaard, dat het naar zijn mening op grond van artikel 1 van het contract geen verschil maakt of gedaagden de film „Bel Ami" al of niet kiezen, omdat, zodra is vastgesteld dat de auteursrechten van een bepaalde film als vijandelijk vermogen moeten worden beschouwd, de uitsluitende distri butierechten contractueel aan gedaagden zijn overgedragen; OVERWEGENDE: dat zowel eiseres als de drie gedaagden lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-Bond en dat ingevolge artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het' Arbitrage-Bondsreglement van de Nederlandsche Bioscoop-Bond alle geschillen tussen leden onderling - - met uitsluiting van de burgerlijke rechter ils die zijn onderworpen aan de Bondsarbitrage, geregeld in dat Arbitrage-Reglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitrage-college, welke beslissingen vatbaar z*in voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Ne derlandsche Bioscoop-Bond; dat de door de gedaagden gepretendeerde uitsluitende distributierechten der oude Duitse en Oostenrijkse films, al thans van de film „Bel Ami" alleen gegrond kunnen wor den geacht, indien het Nederlands Beheersinstituut ingevol ge het Besluit Vijandelijk Vermogen (E. 133) d.d. 20 Oc- tober 1944 het standount zou innemen, dat de auteursrech ten van de film „Bel Ami" onder zijn beheer vallen en bovendien de Afdeling Rechtspraak van de Raad voor het Rechtsherstel, die ingevolge artikel 43 van voormeld Be sluit de enige rechter is die daarover in beroep heeft te beslissen, dat standpunt zou bevestigen in geval tijdig be roep wordt ingesteld; dat het de Commissie dan ook niet mogelijk is de vor dering van eiseres te beoordelen dan nadat zij van partijen antwoord heeft ontvangen op de volgende vragen: 1. Heeft het Nederlands Beheersinstituut gecontroleerd of de auteursrechten van de film „Bel Ami" onder zijn be heer vallen en heeft dit Instituut dienaangaande een ver klaring afgegeven? 2. Indien de sub 1 bedoelde verklaring inhoudt, dat het Beheersinstituut het standpunt inneemt, dat de auteurs rechten van de film „Bel Ami" onder zijn beheer vallen, is eiseres dan bereid daarvan overeenkomstig artikel 43 van het Besluit Vijandelijk Vermogen (E. 133) d.d. 20 October 1944 beroep in te stellen bij de Afdeling Recht spraak van de Raad voor het Rechtsherstel? 3. Indien de sub 2 gestelde vraag bevestigend wordt be antwoord, hoe luidt de beslissing van de Afdeling Recht spraak voornoemd, alsmede de rechtsoverwegingen van die beslissing? dat het zich laat aanzien, dat er met het verkrijgen van een beslissing der Afdeling Rechtspraak van de Raad voor het Rechtsherstel veel tijd gemoeid zal zijn en dat het be lang van partijen, althans van eiseres geschaad zou kunnen worden, indien de film „Bel Ami" inmiddels niet geëxploi teerd zou worden; dat het feit, dat gedaagden tot dusver niet hun keuze uit de oude Duitse en Oostenrijkse films hebben bepaald, tot gevolg kan hebben, dat deze films en dus ook de film „Bel Ami" geblokkeerd blijven; dat het derhalve vereist is een voorlopige voorziening te treffen, opdat de film „Bel Ami" in afwachting van de ver schaffing der door de Commissie verlangde gegevens ge ëxploiteerd kan wrorden, zij het dat de opbrengst er van na aftrek der exploitatiekosten, die op 25 der bruto ont vangsten worden gesteld, wordt veilig gesteld en daarover, overeenkomstig het te wijzen eindvonnis, zal kunnen worden beschikt; dat eiseres, die reeds de beschikking heeft over een copie der film „Bel Ami", het meest voor het in exploitatie brengen der film in aanmerking komt; dat van gedaagden billijkheidshalve verlangd moet worden, dat zij hun medewerking voor zover vereist verlenen, opdat de Centrale Commissie voor de Filmkeuring aan eise res nieuwe keuringskaarten van de film „Bel Ami" verstrekt, althans de film opnieuw keurt; ALVORENS EINDUITSPRAAK TE DOEN: BEPAALT, dat eiseres voorlopig met de exploitatie der film „Bel Ami" is belast; GELAST GEDAAGDEN aan de Centrale Commissie voor de Filmkeuring te 's-Gravenhage binnen veertien dagen na ontvangst van dit voorlopig vonnis schriftelijk te berich ten, dat er hunnerzijds geen bezwaar tegen bestaat, dat aan eiseres nieuwe keuringskaarten voor de film „Bel Ami" worden verstrekt, althans dat de film ten name van eiseres opnieuw wordt gekeurd; GELAST EISERES de bruto ontvangsten met de ex ploitatie der voormelde film te behalen, verminderd met 25 voor exploitatiekosten, te storten op de gewone rekening van de Nederlandsche Bioscoop-Bond bij de Incasso-Bank, hoofd kantoor te Amsterdam en wel op de eerste van elke maand de ontvangsten bereikt in de voorafgaande maand; "O.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1950 | | pagina 24