8
doch mededeelden geen bezwaar te hebben tegen
een expiratiedatum van het Overgangsbesluit op
30 Juni.
Op 7 Maart 1951 diende het Bestuur van de
Bedrijfsafdeling Filmverhuurders een amendement
op het voorstel in om de verlenging van het Over
gangsbesluit tot 31 Augustus te beperken.
Hierbij sloten y'zich vorenbedoelde onderteke
naars aan.
Op 9 Maart werd het amendement van het
Bestuur van de Bedrijfsafdeling door de leden
vergadering van deze Afdeling bekrachtigd.
Het Hoofdbestuur heeft het amendement van
de Bedrijfsafdeling overgenomen en zulks is bij de
behandeling van de voorgestelde verlenging door
de Ledenraad door de Voorzitter aan dit College
medegedeeld. Het Hoofdbestuur verklaarde zich
dus accoord met een prolongatie tot 31 Augustus.
Tevens deed de Voorzitter aan de Ledenraad
mededeling van het besluit van het Hoofdbestuur
tot het in het leven roepen van een studiecommis
sie, die een nieuwe bedrijfsreglementering zou be
studeren, en waarvan vertrouwd mocht worden
dat zij vóór 31 Augustus gereed zou zijn. De
Voorzitter liet daarbij weten, dat, indien dit vóór
31 Augustus het geval mocht zijn, het Overgangs
besluit voordien zou expireren en indien dit
later mocht worden men er rekening mede moest
houden, dat een dienovereenkomstige verlenging
zou kunnen worden voorgesteld van het Over
gangsbesluit.
De Ledenraad heeft hierop op 12 Maart 1951
met negen tegen negen stemmen het voorstel tot
verlenging van het Overgangsbesluit verworpen.
Uit deze gang van zaken valt te concluderen:
dat een meerderheid van de leden-filmverhuur-
ders en een enkeling van de leden-exploitanten,
die zich voor een verlenging van het Overgangs
besluit op 31 Augustus hadden verklaard, noch
tans tegen het besluit tot zulk een verlenging heb
ben gestemd.
Hieraan kan worden toegevoegd, dat de con
structieve voorstellen, die de meergenoemde be
langengroep het Hoofdbestuur had toegezegd te
zullen toezenden, nimmer zijn ontvangen.
Van het Hoofdbestuur kan onder de gegeven
omstandigheden niet worden verwacht, dat het de
op 1 December 1950 aanhangig gemaakte voor
stellen tot wijziging van het Algemeen Bedrijf.s-
reglement, bij de Ledenraad in behandeling
brengt."
Verdere voorstellen
Overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbe
stuur werd Mevrouw H. v. d. Berg-Broekman.
eigenaresse van het filmverhuurkantoor Select Film
te Amsterdam, ingevolge artikel 8 van de Statuten
van het lidmaatschap van de Bond vervallen ver
klaard wegens het niet meer voldoen aan de ver
eisten van het lidmaatschap.
Met betrekking tot punt 13 van de agenda,
houdende een voorstel van de Afdeling „Het
Westen'' tot wijziging van de artikelen 25 en 30
van het Algemeen Bondsreglement, ontspon zich
een levendige discussie. Door de heer Ch. van
Biene werd daarbij een motie ingediend, waarin
het Hoofdbestuur werd verzocht de behandeling
van het onderwerpelijke agendapunt aan te hou
den en voorstellen te doen om aan het verlangen
van de Afdeling ,,Het Westen" statutair en regle
mentair tegemoet te komen. Deze motie werd ech
ter verworpen.
Het voorstel werd ten slotte aangenomen, met
de stemmen van vijftien leden tegen, terwijl vier
blanco stemden. Tengevolge van deze wijzigingen
luidt artikel 23 van het Algemeen Bondsreglement
thans als volgt:
A. De benoeming van de leden van de Leden
raad, die niet uit hoofde van hun functie lid
zijn van de Ledenraad, geschiedt voor de duur
van één vergadering of derzelver voortzetting.
B. Tot lid van de Ledenraad kunnen door de
algemene ledenvergadering der Bedrijfsafde
ling Filmverhuurders slechts benoemd wor
den personen, die moeten zijn hetzij zelf lid
dier afdeling hetzij lid ener maat- of vennoot
schap onder firma of bestuurder ener naam
loze vennootschap, vereniging of stichting,
welke lid dier afdeling is.
en artikel 30 van dit reglement:
Dit reglement treedt in werking op 24 April
1951 zulks ter vervanging met ingang van die
datum van het laatstelijk in de algemene
ledenvergadering van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond van 28 Maart 1949 gewijzigd
Algemeen Bondsreglement.
De vergadering werd hierna door de Voorzitter
met een woord van dank om 17.40 uur gesloten.
FILMVERZENDING
Herhaaldelijk hebben het Hoofdbestuur klachten
bereikt, dat films door exploitanten per postpakket
aan de betrokken filmverhuurder worden terugge
zonden. Ogenschijnlijk maakt het weinig verschil
of een film per postpakket of per spoor als expres
goed wordt verzonden, maar gebleken is, dat, wan
neer een film welke als postpakket verstuurd is
zoekraakt, het zeer lang kan duren alvorens met
de opsporing wordt begonnen.
Het Hoofdbestuur dringt er derhalve op aan dat
de leden zich te allen tijde zullen houden aan het
in artikel 23 der Bondsvoorwaarden gegeven voor
schriften om de films per spoor als expresgoed te
verzenden.