13 Voorstellen ter behandeling op de ledenvergaderingen Artikel 15 Zowel het afdelingsbestuur, als elk der leden, heeft het recht voorstellen op de agenda van een ledenvergadering te plaatsen, mits deze laatste ten minste vier dagen vóór de dag der vergade ring bij het afdelingsbestuur zijn binnengekomen, De volgorde, waarin de punten op de agenda worden geplaatst, wordt vastgesteld door het af delingsbestuur, Voorstellen van het afdelingsbestuur zullen zoveel mogelijk vergezeld gaan van een toelich ting, terwijl het afdelingsbestuur zoveel mogelijk prae-advies zal uitbrengen op alle door dr leden ingediende voorstellen. Deze toelichtingen en prae-adviezen worden zoveel mogelijk met de agenda aan de leden toe gezonden en desgewenst door het afdelingsbestuur in het Bondsorgaan opgenomen, Toegang tot de ledenvergaderingen Artikel 16 Tot de ledenvergaderingen hebben recht van toegang de afdelingsleden, de Hoofdbestuurüleden en de Directeur, benevens de afdelingsbeambten, die door het afdelingsbestuur daartoe speciaal ge machtigd zijn. De afdelingsleden hebben toegang: a, in de personen van degenen, als bedoeld in artikel 20 van het Algemeen Bondsreglement: h. in de persoon van een speciaal tot het bijwonen der betreffende vergadering schriftelijk ge volmachtigd employé van het betrokken afde lingslid. De sub b bedoelde machtiging is slechts geldig wanneer van het verlenen daarvan ten minste twee dagen vóór de betreffende vergadering is kennis gegeven aan de secretaris van het afde lingsbestuur. Voor elk lid, dat door meerdere der in de twee de alinea van dit artikel bedoelde personen een algemene ledenvergadering doet bijwonen, zal slechts één hunner de presentielijst tekenen. Stemrecht Artikel 17 Elk lid, dat niet in gebreke is van nakoming van zijn geldelijke verplichtingen jegens de Bond, kan voor elke zaak één stem uitbrengen. Dit ge schiedt bij monde van degene, die ingevolge het laatste lid van het voorgaande artikel voor het betreffende lid de presentielijst heeft getekend. Stemgerechtigden, die ter vergadering komen, nadat een voorstel in stemming is gebracht, mogen aan de stemming over dat voorstel niet deelnemen. Wijze van stemmen Artikel 18 Alle besluiten worden, tenzij in dit reglement uitdrukkelijk anders wordt bepaald, genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Over zaken wordt mondeling, bij rondvraag, gestemd, behoudens door leden aan de ledenver gadering der afdeling onderworpen hoger beroep zaken, waarover, evenals over personen, met ge sloten, ongetekende briefjes gestemd wordt; blan co en getekende briefjes zijn van onwaarde en tellen niet mede bij het aantal uitgebrachte stemmen. Is bij een stemming over voorstellen tot vast stelling of wijziging van afdelingsbesluiten (daar onder begrepen voorstellen tot tijdelijke of defini tieve buitenwerkingstelling van bepalingen daar van) bij eerste stemming geen meerderheid van tweederde der uitgebrachte stemmen of bij stem ming over andere zaken bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Is bij verkiezing van personen bij eerste stem ming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een tweede, vrije stemming plaats en daarna, zo nodig, een herstemming tussen de twee per sonen, die bij de tweede stemming de meeste stem men op zich verenigden. Mochten dan de stemmen staken, dan beslist het lot. Behandeling der agenda, rechten der sprekers en maatregelen van orde Artikel 19 Ten aanzien van de behandeling der agenda, de rechten der sprekers en de maatregelen van orde, zijn de artikelen 21, 22 en 23 van het Algemeen Bondsreglement toepasselijk. Rechtsbevoegheid der ledenvergadering Artikel 20 De ledenvergadering is bevoegd, behalve tot hetgeen elders in dit reglement is bepaald, tot het nemen van besluiten, die de belangen van de ge zamenlijke leden der afdeling in hun filmfabrieken en filmproductiezaken raken, benevens tot het maken van voorschriften, waaraan de afdelingsle den zich bij de uitoefening van het fibnbedrijl hebben te houden, mitj deze besluiten en voor schriften zijn in het gemeenschappelijk belang van de gezamenlijke afdelingsleden. Aan dusdanige besluiten zullen de afdelingsle den zich bij de uitoefening hunner filmfabri- cage- en filmproductiebedrijven hebben te hou den, ook wanneer die besluiten bepalingen inhou den, waarbij maatregelen worden voorgeschreven ter zake van de uitoefening van de filmfabricage- en filmproductiebedrijven der afdelingsleden,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 14