waaronder mede die tot beperking in of tijdelijk verbod tot de uitoefening dier bedrijven. Rechtskracht van besluiten der ledenvergadering Artikel 21 Besluiten van de ledenvergadering der afdeling, waarbij aan de leden contributies of andere gelde lijke verplichtingen worden opgelegd, waarbij be sloten wordt tot het aangaan van een verbintenis, welke geldelijke verplichtingen voor de afdeling kan ten gevolge hebben of waarbij voorschriften worden gegeven, waaraan de afdelingsleden zich bij de uitoefening van hun bedrijf hebben te hou den, verkrijgen eerst rechtskracht, nadat veertien dagen zijn verlopen sinds het nemen van het des betreffende besluit en het Hoofdbestuur geen ge bruik gemaakt heeft van zijn in het eerste lid van het volgende artikel omschreven bevoegdheid. Vernietiging van besluiten der ledenvergadering Artikel 22 Het Hoofdbestuur is gerechtigd besluiten van de ledenvergadering der afdeling te vernietigen, mits het van zodanige vernietiging met vermelding van de motivering aan het afdelingsbestuur kennis geeft binnen veertien dagen na de vergadering, waarin het betreffende besluit genomen is. Het afdelingsbestuur is verplicht van zon ver- nietigingsbesluit de leden der afdeling in kennis te stellen. Zo nodig regelt het Hoofdbestuur de gevolgen van zodanige vernietiging, doch niet dan na ter zake met het afdelingsbestuur overleg te hebben gepleegd. Met het oog op het in de eerste alinea bepaalde is het afdelingsbestuur verplicht van alle in een ledenvergadering der afdeling genomen besluiten binnen vier dagen schriftelijk kennis te geven aan het Hoofdbestuur. Geldmiddelen Artikel 23 De geldmiddelen, die ter beschikking staan van de afdeling, zijn: a. een jaarlijks van de afdelingsleden te heffen contributie, waarvan het bedrag en de maat staf, waarnaar zij zal worden geheven, zullen worden vastgesteld door de ledenvergadering der afdeling; b. eventueel krachtens een besluit van de leden vergadering der afdeling van de afdelingsle den te heffen hoofdelijke omslagen, te heffen naar dezelfde maatstaf als de sub a bedoelde afdelingscontributie; c. de door het afdelingsbestuur krachtens artikel 6 van dit reglement op te leggen boeten; d. eventuele bijdragen uit de kas van de Bond, waartoe door een algemene ledenvergadering van de Bond wordt besloten; e. vrijwillige bijdragen en andere baten; f. de rente van de hiervoren vermelde bedragen. Geldelijk beheer Artikel 24 Het beheer over de in artikel 23 van dit regle ment bedoelde geldmiddelen wordt gevoerd door de penningmeester, die bevoegd is, in overleg met het afdelingsbestuur, alle maatregelen te nemen tot inning der in het voorgaande artikel sub a, h en c genoemde bedragen: de penningmeester doet in overleg met de overige leden van het dagelijks afdelingsbestuur de nodige uitgaven en is verplicht aan ieder dier leden te allen tijde inzage te geven van de kas, de boeken en de justificatoire beschei den. Nadat ingevolge artikel 12 sub 2 van dit regle ment door de penningmeester rekening en verant woording over zijn beheer over het afgelopen jaar is gedaan, zal de penningmeester deze rekening en verantwoording onverwijld inzenden bij de pen ningmeester van het Hoofdbestuur, die haar toe voegt aan zijn ingevolge artikel 21 der Statuten af te leggen rekening en verantwoording, waar van zij een onderdeel uitmaakt; de penningmeester der afdeling en het afdelingsbestuur worden eerst gedechargeerd voor hun over het betreffende jaar gehouden beheer door en na de goedkeuring door de algemene ledenvergadering van de Bond van de rekening en verantwoording van de penning meester van de Bond. Wijziging van dit reglement Artikel 25 Voorstellen tot wijziging van dit reglement, daaronder begrepen die tot opheffing dezer afde ling, kunnen door de afdeling aan een vergadering van de Ledenraad van de Bond worden voorge legd, nadat deze door de ledenvergadering der afdeling zijn goedgekeurd met een meerderheid van ten minste twee derde der uitgebrachte gel dige stemmen; van dusdanige voorstellen moet ten minste tien dagen voor de dag der ledenvergade ring der afdeling, waarop zij zullen worden be handeld, schriftelijk aan de afdelingsleden kennis worden gegeven. Aldus vastgesteld in de vergadering van de Ledenraad van de Neder- landsche Bioscoop-Bond dd. 15 Juli 1952. Het Hoofdbestuur: M. P. M. VERMIN, Voorzitter. JOH. MIEDEMA, Secretaris. De Ledenraad: J. G. J. BOSMAN, Secretaris. 14

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 15