19
De meer pientere kinderen van deze groep zijn
zeer algemeen in hun smaken en rekenen voorlich
tingsfilms onder de films, die zij het liefst zien. Het
meest populair zijn echter cowboy-, avonturen- en
oorlogsfilms, tekenfilms en detectivefilms. De kin
deren uit gezinnen met een minder goed gezinsle
ven, die het meest de bioscoop bezoeken, maken
geen duidelijk onderscheid tussen filmsoorten; de
favoriet is vaak de film, die zij het laatst gezien
hebben. In de filmclubs, die grotendeels door kin
deren uit deze leeftijdsgroep worden bezocht, is
de meest populaire film de seriefilm, altijd een
„thriller" van een of ander soort; één van de rede
nen daarvan is, dat de kinderen er van houden
oude bekenden steeds maar weer terug te zien.
C. Oudere kinderen.
De smaak is meer algemeen in deze leeftijds
periode, maar het meest populair zijn kennelijk
detective- en avonturenverhalen, hoe opwinderder
hoe beter. Bij de meisjes ontwikkelt zich spoedig
een smaak voor liefdesgeschiedenissen en tegen de
leeftijd van 14 zijn deze verhalen soms de eerste
keus. Er is bijval voor recht-op-de-man afgaande
verhalen als bijvoorbeeld „Great Expectations", en
indien er meer films van deze aard zouden zijn, is
het waarschijnlijk dat zij hoog door de oudere kin
deren zouden worden aangeslagen. Een aantal
meisjes beweren dat zij haar films kozen naar aan
leiding van recensies. Velen daarentegen geven
meer blijk van belangstelling in de stars" dan in
het onderwerp van de film. In één middelbare
school gaven de meisjes niet minder dan 100 man
nelijke „stars" onder hun favorieten op."
Welke invloed?
Met betrekking tot de vraag welke invloed de
bioscoop op de kinderen heeft een vraag ten
aanzien waarvan het rapport zegt dat hierop geen
direct antwoord te geven is en dat de zo mak
kelijk verkondigde meningen met de grootste voor
zichtigheid moeten worden behandeld wordt op
pagina 14 en 15 het volgende opgemerkt:
„Het bewijsmateriaal, bij dit onderzoek opge
daan, bevestigt de opvattingen van het onderzoek
in 1931; het moreel twijfelachtige element in films
schijnt kinderen te vervelen en door hen te worden
genegeerd; de vecht- en schietscènes worden blijk
baar door vele kinderen niet au sérieux genomen;
de houding van het normale jonge kind schijnt te
zijn: „Dat kan niet echt gebeuren", en als het iets
nabootst dan is het in een speelse geest. Zulk spel
is niets nieuws en kan een natuurlijk en misschien
noodzakelijk deel zijn van het groeiproces. Maar
men moet wel beklemtonen dat dit oppervlakkige
en algemene opvattingen zijn; niemand weet welk
slecht zaad gezaaid kan worden door ongeschikte
films in het geestesleven van sommige kinderen, in
zonderheid in de puberteitsjaren, misschien om eni
ge jaren later vrucht te dragen. Eén ding is zeker:
nilHnnMIIIlllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIILIIIIIIIIIIIlllUllllllMllllllllllllllllllllllllllllQj
I „Ook hier eisen wij van de. film niets wat niet ligt
1 in het wezen van de film zelf, en wat ons niet door
1 talloze voorbeelden van de film zelf gegeven is. Geen
jeugdfilms hebben wij nodig, maar behoorlijke, in hun
1 middelen en geestesgesteldheid eerlijke, in het kort:
menselijke films voor allen.
Voor de school hebben wij ze nodig, zoals zij ons
I in „Mijn vriend Flicka", „The Winslow Boy", „D'hom- j
me homme", „The good Earth", in het werk van
Flaheriy en in mer>ige goede documentaire gegeven
worden. Wij hebben er geen bezwaren tegen om
oudere schooljeugd „Mutiny on the Bouniy", „La j
I Grande lllusion", „Vivere in Pace", „Fietsendieven"
te laten zien. En wij steken onze mening niet onder
1 stoelen of banken, dat het een laffe uitvlucht is, te
beweren, dat er geen films zijn, waarmee op de school
te werken valt. Één ding willen wij niet: namelijk dat j
j de school een mestvaalt wordt van alle verstofte, mis- j
lukte en taaie zogenaamde kultuurfilms („Kulturfilm"
1 is de ietwat verouderde Duitse benaming voor de docu-
1 mentaire film vooral met populair-wetenschappelijke
inslag. Red. O. Orgaan), die ook 20 jaar geleden niet
I beter waren dan nu".
1 (Overgenomen uit Kulturarbeit 3 Jhrg. Heft 8:
„Der Spielfilm gehort in die Schule" v. j
Fritz Kemp e, Dir. der Staatlichen Lan- j
desbildstelle, Hamburg. Documentatie Film en
Jeugd no. 3/1952, p. 3, 4de jaargang).
rnimiiiiiiiiiimmmiiiiimiiimiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiffliHiniiiiHiiiiimiimimmiiiiiiimiHiiiimiiiiiiHiHmHiiiimiiiiinitiHii||
vele ondervindingen, waaronder sommige die blijk
baar vergeten worden, laten in de ontwikkeling van
de persoonlijkheid haar sporen na, die met onze
natuur vervlochten raken.
Vele onderwijzers wezen op de zeer geringe
invloed, die de film op de taal van de kinderen
heeft; één onderwijzer maakte de interessante op
merking, dat de invloed van de film in dit opzicht
te verwaarlozen is vergeleken met de invloed van
de spraak van de Amerikaanse soldaten gedurende
hun verblijf in oorlogstijd in Engeland.
De invloed van de film als verrijking van de
algemene ontwikkeling van de kinderen werd niet
vaak of met enthousiasme in dit rapport of dat van
het vorig onderzoek (1931) vermeld. Dit is des
te verrassender omdat experimenten in het gebruik
van schoolfilms hebben laten zien hoe doeltreffend
visuele methoden kunnen zijn. Er zijn natuurlijk
grote verschillen tussen het zien van films tijdens
de les op school en bij wijze van amusement in de
bioscoop. Het commentaar van commerciële voor
lichtingsfilms is vaak van weinig waarde voor kin
deren en de betekenis van goede films zal hun vaak
ontgaan. In amusementsfilms neemt de romantische,
opwindende of menselijke kant van het verhaal hen
vaak geheel in beslag, zodat zij weinig van de ach
tergronden zien. Niettemin is het waarschijnlijk,
dat de filmervaring de ontwikkeling van het moder
ne kind slechts kan verrijken. Het is een vraagstuk,
dat méér aandacht waard is, want kinderen be
schikken vermoedelijk over veel nuttige kennis, die
zij van films verworven hebben; deze schijnt ech-