las. Wordt de druk te snel opgeheven, dan vloeit
het dragermateriaal niet meer in elkaar maar
wordt meer of minder stevig op elkaar geplakt.
Er is dus geen sprake meer van lassen maar van
plakken. Het gevolg is onvermijdelijk dat derge
lijke plakkers na verloop van tijd los laten. Gebeurt
dit nu nadat de film reeds naar een volgende
bioscoop is doorgezonden, dan heeft degene, die
de film moet vertonen na de operateur die het met
het lassen niet al te nauw heeft genomen, daarvan
de last. Hij is verplicht alle ondeugdelijke lassen
te gaan overmaken, wil hij althans niet het risico
lopen dat de film tijdens de vertoning meermalen
breekt. Er is in dat geval dus niet alleen sprake
van ondeskundigheid of nonchalance, maar ook
nog van een grote mate van oncollegialiteit, af
gezien van het risico dat een „breker" bij het
gebruik van het brandbare nitraatfilm oplevert.
Tot slot nog de opmerking dat vorenstaande
aanwijzingen niet geheel op alle in omloop zijnde
films kunnen worden toegepast. Er zijn namelijk
zogenaamde gecoverde films in roulatie, waarop
aan de emulsiezijde, of soms aan beide zijden een
beschermende doorzichtige laag is aangebracht.
Een dergelijke film heeft dus niet één, maar twee
glimmende kanten. Bij het lassen moet dan ook
deze beschermende laag worden verwijderd.
Voorts zijn er bepaalde kleurenfilms die aan
twee zijden een emulsielaag hebben. Deze films
vertonen dus twee doffe kanten- Na lezing van
het vorenstaande is het duidelijk dat dergelijke
films aan beide zijden moeten worden afgekrabd.
Wij rekenen er op dat de onderwerpelijke aan
wijzingen door de leden ter kennis van hun cabi
nepersoneel zullen worden gebracht en dat er
hunnerzijds op wordt toegezien dat aan het lassen
van de films, als zijnde een zeer belangrijke werk
zaamheid voor een ongestoord verloop van de
filmvertoningen, de grootst mogelijke aandacht
wordt besteed.
Operateursexamens
Van het Bestuur der Stichting „Instituut voor
Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" ver
nemen wij, dat voor het operateursexamen 1952,
waarvan op 22 en 23 Juli het schriftelijk gedeelte
is afgenomen, zich ruim 100 candidaten hebben
aangemeld. Velen daarvan hebben gebruik gemaakt
van de mogelijkheid om het examen in gedeelten te
doen en zo kwam het, dat dit jaar slechts 37 can
didaten schriftelijk in alle vakken behoefden te wor
den geëxamineerd. De overige examinandi hadden
voor dit jaar twee of vier vakken gekozen. Ruim 40
operateurs begonnen met het examen in de vakken
cabinepractijk en brandveiligheidsvoorschriften.
Deze candidaten werden ter besparing van reis
kosten op één dag schriftelijk zowel als mondeling
geëxamineerd.
De uitslag van dit laatste examen is nog niet
bekend, doch wel is tijdens het examen gebleken,
dat verschillende candidaten zich na een te korte
voorbereiding aan dit onderdeel hebben gewaagd.
Zo deden b.v. verschillende cursisten examen, die
pas enkele maanden de schriftelijke lessen volgen.
Het is duidelijk, dat zij in zulke korte tijd onmoge
lijk vertrouwd kunnen zijn met al hetgeen de
cabinepractijk omvat en er moet dan ook worden
gevreesd, dat teleurstellingen niet zullen uitblijven.
Ten slotte laten wij hieronder de tekst van enkele
opgaven, die tijdens het schriftelijke examen aan de
candidaten werden voorgelegd, volgen. Daaruit
zal duidelijk blijken, dat het Bestuur van genoemde
Stichting er naar streeft het examen zoveel moge
lijk op de practijk te richten.
Welk soort filmmateraal komt tegenwoordig
steeds meer voor? Geef aan hoe het te herkennen
is en welke voordelen het heeft ten opzichte van
nitraatfilm. Wat is het verschil in behandeling?
(practijk)
Waarom is het noodzakelijk dat een operateur
een filmprogramma na ontvangst op vaste spoelen
monteert en wat is de juiste diameter van een zoge
naamde inpakkern? (practijk)
Waarom moeten de accumulatoren in een apart
geventileerde ruimte worden opgesteld? (brand
veiligheidsvoorschriften)
Wat is de functie van de z.g. lusautomaat welke
op de projectietoestellen is aangebracht? (brand
veiligheids voorschriften)
Welke lichttechnische eisen dient men aan een
projectiescherm te stellen, onder andere voor wat
de opstelling en de geschiktheid voor bepaalde
zalen betreft? (lichttechniek)
Als op sommige plaatsen geen goede aarding van
toestellen is te verkrijgen, welke schakeling moet
men dan toepassen? Geef van deze schakeling een
beschrijving en een schema, (voorschriften electro-
techniek)
Teken het schema van een electrische valklèp-
beveiligingsinstallatie. Noem de gebezigde appara
ten en verklaar de werking van deze apparaten en
van het geheel (alleen electrotechnisch verklaren!),
(electrotechniek)
In een bioscoop wordt het projectiescherm van
3 x 4 m. vervangen door een scherm van 4 x 5.30 m.
Beeldafstand 35 m. Welke maatregelen moet de
operateur nemen om zijn beeld aan de gewijzigde
omstandigheden aan te passen? (lichttechniek)
U krijgt opdracht in de foyer van Uw bioscoop
een contróleluidspreker te monteren, Hoe sluit U
deze aan, waarmede moet U rekening houden en
waarom? (versterkertechniek)
22