UITSPRAKEN COMMISSIE VAN GESCHILLEN 24 Hoorn, Winston. Corr.-adres wijzigen in Gerritsland 69. Pag. 39: Lekkerkerk, Amicitia. „(Zie verder onder Boskoop)" wijzigen in „(Zie ook onder Uithoorn)". Pag. 42: Monster. Kengetal wijzigen in K 1749. Schrappen: „N.V. Alphia Film etc." Pag. 45: Oirschot, De Zwaan. Schrappen alles na „Bioscoop De Zwaan". Toevoegen: Markt A 410, H. v. Over- beek. Pag. 53: Uithoorn, Luxor. „(Zie verder onder Boskoop)" wijzigen in: „(Zie ook onder Lekkerkerk)". Pag. 65: 's-Gravenhage, Standaard Films. Adres als volgt wijzigen: Rapenburg 8, Leiden, tel. kantoor: K 1710—31171. Expeditie adres: Hogewoerd 51, Leiden. tel. K 1710—24919. Pag. 68: Brussel. Schrappen: F. Korsak etc. TOEPASSING VAN ARTIKEL 15 DER STATUTEN Het Hoofdbestuur van de Nederlandschc Bioscoop-Bond heeft, na verhoor op 29 Juli 1952 van de heer T. M. J. Desmet, beherend vennoot van de CV. Desmets Bioscoop exploitatie, gevestigd te Amsterdam, ter zake van de klacht, dat genoemde CV. de haar door de Sociale Commissie voor het Nederlandse Bioscoopbedrijf opgelegde verplichtingen, voortspruitend' uit de Loonregeling voor het Bioscoopbedrijf, niet is nagekomen, besloten de CV. Desmet op grond van artikel 15 der Statuten de straf van waarschuwing op te leggen, zulks op grond van de volgende overwegingen: dat de Sociale Commissie de CV. Desmet bij schrijven van 7 April 1952 de verplichting heeft opgelegd om achterstallig loon van een deel van het personeel alsnog te betalen, haar daarbij wijzend op haar verplichtingen ingevolge de desbe treffende bepalingen van de Loonregeling; dat de CV. Desmet hieraan op 8 Mei nog geen gevolg had gegeven, weshalve de Sociale Commissie het Hoofdbe stuur heeft verzocht om uit dien hoofde de CV. Desmet aan te manen tot nakoming van haar verplichtingen en bij gebreke daarvan tot het nemen van strafmaatregelen over te gaan; dat het Hoofdbestuur de CV. Desmet schriftelijk heeft aangemaand aan haar verplichtingen te voldoen en dat zij daaraan geen gevolg heeft gegeven; dat het Dagelijks Bestuur op 29 Juli j.1. heeft gehoord de heer T. M. J. Desmet, beherend vennoot van genoemde ven nootschap, die verklaarde, met het betrokken personeel, dat loonvorderingen had' ingediend, tot een accoord te zijn ge komen over een afbetalingsregeling; dat de heer Desmet bij het verhoor heeft verklaard niet te kunnen inzien dat zijn handelwijze het algemeen bedrijfsbe lang of dat van de betrokken personeelsleden zou schaden, en dat het hier gaat om een kwestie van interne bedrijfs voering, waarmede de Nederlandsche Bioscoop-Bond zich niet behoeft in te laten; dat hij wijders heeft verklaard de Loonregeling als een noodzakelijk kwaad te beschouwen, waartegen hij zich als werkgever op zijn wijze wenst te verzetten; dat hij omtrent het begrip loon opvattingen heeft die niet met de huidige sociale begrippen stroken en deze opvattingen individueel tot gelding wil brengen, ongeacht welke regeling ook; dat deze verklaring naar de mening van het Hoofdbestuur getuigt van een mentaliteit, welke als onsociaal dient te worden aangemerkt; dat overigens het niet-nakomen van wettelijke verplich tingen door de betrokken werkgeefster ten opzichte van haar personeel de arbeidsvrede en de in het algemeen goede ver houding tussen werkgevers en werknemers in het bioscoop bedrijf dreigt teniet te doen; dat hiermede, en inzonderheid door de aanmaningen van de Commissie ad" hoc en van het Hoofdbestuur te negeren, de waardigheid van het bedrijf en de goede naam van de Bond alsook het algemeen bedrijfsbelang zijn geschaad; dat derhalve op deze gronden op de CV. Desmet artikel 15 der Statuten moet. worden toegepast, doch uitsluitend omdat zulks voor haar de eerste maal is volstaan moet worden met het opleggen van de straf van waarschuwing, met dien verstande, dat indien mocht blijken dat de CV. Desmet niet heeft voldaan aan al haar verplichtingen als omschreven in de brief van de Sociale Commissie d.d. 7 April 1952, of opnieuw in gebreke blijft ten opzichte van haar personeel, een zwaardere straf zal worden opgelegd. De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (EERSTE KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft de volgende arbitrale vonnissen gewezen: In zake: L. VAN WERSCH, exploitant van de Witte Bioscoop te Simpelveld, domicilie gekozen hebbende ten kantore van Mr. G. M. van den Hoek, kantoorhoudende te Kerkrade aan de Abtenlaan nr. 6, eiser, contra C. F. A. SCHEEPERS, exploitant van het Apollo Theater te Huissen, kantoorhoudende aldaar aan de Arnhemse Poort D 6, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitragereglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitrage-college voor de beslechting onder meer van ge schillen tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiser bij request d.d. 21 Maart 1952 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, waarvan een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zit ting, gehouden op Woensdag 30 April 1952 op het Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, Jan Luykenstraat 2 te Amsterdam; dat aldaar verschenen zijn eiser persoonlijk, alsmede diens raadsman, Mr. G. M. van den Hoek; dat gedaagde niet is verschenen, doch telefonisch aan de Commissie heeft doen weten, dat het projectie-apparaat, waar op de vordering betrekking heeft, door hem aan eiser op 2 Mei 1952 zal worden geleverd; dat Mr. G. M. van den Hoek namens eiser in hoofdzaak heeft verklaard, dat gedaagde weliswaar reeds herhaaldelijk heeft toegezegd het projectie-apparaat met wat daarbij be hoort te zullen leveren, doch deze toezeggingen niet is nage komen, weshalve eiser een uitspraak van de Commissie van Geschillen wenst, zoals in het request waarbij het geschil is aanhangig gemaakt is verzocht;

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 25