leuwe r voor Filmproducenten m DE Ledenraad heeft in zijn vergadering van Dinsdag 15 Juli twee belangrijke besluiten genomen. In de eerste plaats heeft hij het Alge meen Bedrij f sreglement aangepast aan een reeds geruime tijd gevoelde behoefte. Hoewel volgens de Statuten filmproductiezaken lid van de Neder- landsche Bioscoop-Bond kunnen zijn, liet nochtans ae omschrijving van het reglement dat deze mate rie regelt slechts de mogelijkheid van vestiging open voor zaken die de vervaardiging van één of meer films voorbereiden, arrangeren en doen uit voeren, derhalve niet voor zover zij gedeeltelijk of geheel haar films zelf uitvoeren; met name viel nier niet onder de filmmaker die de onderscheidene werkzaamheden welke de producenten anderen laten verrichten zelf verrricht, behoudens de tech nische afwerking waarvoor hij een laboratorium en in sommige gevallen een studio nodig heeft. Het reglement was dus aangepast aan de gebruikelijke speelfilmproductie en aan de productie van films door de ondernemingen die zelf een laboratorium exploiteren. Men was reeds een stap voorwaarts gegaan toen het Hoofdbestuur bij de instelling van de Culturele Advies Commissie voor alle filmvervaardigers, die een naar het oordeel van deze Commissie behoor lijke film tot stand brachten, de mogelijkheid open de zulk een film door plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar cp advies van de Commissie in de Nederlandse bioscopen te vertonen. Welk een omvang de vervaardiging van korte films heeft aangenomen in de loop der jaren, dank zij deze verruiming van de mogelijkheden, moge hieruit blijken, dat tot heden niet minder dan 59 films door de Culturele Advies Commissie voor de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 2