^De toedracht van zaken in Hoensbroeh Op Maandag 21 Juli j.1. hebben de drie Hoensbroekse bioscopen haar poorten voor het publiek gesloten. Zij zijn hier toe gedwongen door de houding van het gemeentebestuur. Dit is er namelijk in geslaagd om de uitvoering van het besluit van de Raad van 4 Juli 1951, waarbij de vermakelijk- heidsbelasting op bioscoopvoorstellingen werd teruggebracht van 35 tot 25 onmogelijk te maken. Op 5 April 1950 en 6 Februari 1951 hadden de drie plaatselijke exploitanten aan Burgemees ter en Wethouders medegedeeld, dat zij bereid wa ren aan een door dit College aan te wijzen ac countant ter controle van de verlies- en winst rekening hun boeken en bescheiden over te leggen, hoewel zij principieel tegen zulk een controle ge kant waren, aangezien de vermakelijkheidsbelas- ting immers een heffing is ongeacht winst of ver lies. Door het College van Burgemeester en Wet houders is toen één der ambtenaren belast met het controleren van de boeken en bescheiden. Hierop is door de exploitanten inzage verleend van de winst- en verliesrekeningen over de jaren 1949 en 1950. Het is op grond van de uitkomst van dit onderzoek dat de Raad besloten heeft tot ver laging van de vermakelijkheidsbelasting op bio scoopvoorstellingen. Gedurende een jaar is vruchteloos aangedron gen op de uitvoering van het besluit van de Raad. Wie schetst de verbazing van het plaatselijke bio scoopbedrijf toen in stede daarvan Burgemeester en Wethouders op uiterst korte termijn wel haast bij wijze van overrompeling zonder be hoorlijke motivering een voorstel deden aan de Raad om het besluit van 4 Juli 1951 in te trekken. De exploitanten die gealarmeerd werden, hebben zich in overleg met het Hoofdbestuur aanstonds tot de Raad gewend met een uitvoerig request, hetwelk er toe leidde, dat de Raad in zijn ver gadering van 6 Juni j.1. zijn besluit van 4 Juli 1951 handhaafde, met dien verstande dat, mocht een ac countantsonderzoek aantonen dat belastingverla ging noodzakelijk was, deze zou worden toegepast met terugwerkende kracht, namelijk met ingang van 4 Juli 1951. Een nieuwe raadsvergadering zou binnen vier weken moeten plaats vinden ter beoor deling van het accountantsonderzoek, hetwelk eveneens binnen die termijn zijn beslag zou moe ten hebben gekregen. Op 2 Juli schreven Burgemeester en Wethou ders aan de Raad dat zij op 9 Juni het accoun tantsonderzoek hadden opgedragen aan het Cen traal Bureau voor Verificatie en Financiële Ad viezen van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten, welk bureau eerst op 20 Juni antwoord de dat het deze opdracht aanvaardde, maar haar niet kon uitvoeren voor 1 October a.s. Op 30 Juni is laatstgenoemde brief door Burgemeester en Wethouders behandeld en op 18 Juli daaraanvol gend door de Raad. Het Hoofdbestuur deelde de Raad telegrafisch mede, dat het met diepe teleur stelling had kennis genomen van het feit dat het besluit van de Raad van 4 Juli 1951 om de ver makelijkheidsbelasting voor bioscopen tot een redelijk niveau terug te brengen tot heden niet is uitgevoerd- Het Hoofdbestuur verzocht de Raad telegrafisch met de grootste aandrang de bestaan de moeilijkheden te willen oplossen en een recht vaardige behandeling van het plaatselijke bio scoopbedrijf te willen bevorderen. Nadat de Burgemeester zijn twijfel had uitge sproken aangaande de mogelijkheid van een slui ting van de bioscopen, ingeval de Raad met het voorstel van Burgemeester en Wethouders ac- coord zou gaan om het onderzoek uit te stellen en hangende dit onderzoek het vroeger genomen besluit van 4 Juli 1951 in te trekken, besloot de Raad met negen tegen acht stemmen overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. Dit gesol met de belangen van, het plaatselijke bioscoopbedrijf werd de betrokken ondernemers te bar. Zij deelden, na contact te hebben opge nomen met het Hoofdbestuur van de Bond, nog de volgende dag aan het publiek mede, dat met ingang van Maandag 21 Juli hun zaken zouden worden gesloten. Vanaf deze datum worden in Hoensbroek geen films meer vertoond. Het onge rief voor het publiek wordt beperkt doordat er veel bioscopen in de omgeving van Hoensbroek zijn, die het bezoek uit Hoensbroek kunnen op vangen. De meerdere opbrengsten hieruit verkre gen zullen ongetwijfeld de schade voor ons bedrijf tot een minimum beperken. De gemeente Hoens broek heeft echter het deksel op de neus gekregen. Moge haar bestuur spoedig tot het inzicht komen dat men in deze tijd de ingezetenen niet kan verdelen in rangen wanneer het gaat om de behandeling van de belangen der bürgrH^^^

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 4