In de tweede plaats zijn er geen 42 artikel 1- filmg per jaar beschikbaar. In zes jaar tijds wer den in totaal 80 hoofdfilms artikel 1 gekeurd, waarvan de meeste voor openbare vertoning ge schikt waren. Dit betekent een gemiddelde van circa 13 films per jaar. Aannemende dat het mo gelijk zou zijn de levering zodanig te doen ge schieden dat ieder theater twee artikel 1-films zou kunnen vertonen hetgeen de vrije concur rentie in aanmerking genomen niet het geval is, zodat het ene theater veel meer van deze films ter beschikking zal kunnen krijgen dan het andere dan komt het voor het gehele Haarlemse bio scoopbedrijf neer op ongeveer twee volledige ver toningsweken per theater per jaar. Dit betekent dat met artikel 1-films een gemiddelde recette wordt ontvangen van in totaal ongeveer 62.000,Hiervan moest volgens de vroegere regeling 16.074,aan vermakelijkheidsbelasting worden betaald; volgens de nieuwe regeling zal dit 5.636,zijn, zodat de thans van kracht zijnde regeling de gemeente geen 28.000,gaat kosten zoals Burgemeester en Wethouders hebben gesuggereerd maar in het gunstigste geval ruim 10.000,Zelfs, indien wij, aannemende dat de culturele keuring iets meeloopt, een toegift zouden geven van één week, dan nog komen wij maxi maal op de helft van wat Burgemeester en Wet houders voorrekenen. Het mundus vult decipi geldt ook hier. De wereld wil bedrogen zijn, kennelijk ook de Raad van de gemeente Haarlem. Deze slikte het maar weer, evenzeer als hij de goochelpartij van de Haarlem se wethouder van financiën slikte, die sprak over een bedrag van 1.630.000,aan ontvangsten in 1951 van de Haarlemse biosco pen, zonder te vermelden, dat daarvan ƒ423.000,aan de ge meentekas werd afgedragen. Wanneer dan het lid van de Raad, de heer Mensink, de treu rige moed had om op te merken, dat de bedrijfswereld het zelf pas nog toestond dat er een bio scoop bijkwam, dan is dit wel een zeer slechte appreciatie van de vrijheid van con currentie, welke binnen het kader van een ge zonde ,,self regulation" in ons bedrijf gelukkig nog altijd mogelijk is en waarvan het publiek be lang slechts kan profiteren. Dit in voor het bedrijf ongunstige zin uit te leggen is wel een volledige omkering van waarden. Wanneer ten slotte ditzelfde raadslid in de betrokken zitting van de Raad naar voren bracht, dat de exploitanten hun kosten aan filmhuur niet noemen, dan kunnen wij op grond van de ons ter beschikking staande enig absoluut juiste gegevens verklaren, tot geruststelling van dit raadslid, dat de belastingheffing nog altijd 30 °/c meer bedraagt dan de gemiddelde kosten van het product op welks vervaardiging de gehele exploitatie is geba seerd zulks tot schade van het publiek belang. Ontstaat er zo hier en daar eens een explosie in de vorm van een radicale sluiting, dan verwon dert men zich, terwijl men er beter aan deed de befaamde verzuchting van Uylenspieghel tot de zijne te maken. Impressie van de piste tijdens de voorstelling. Uil de jilm „CIRCUS- van H. Wassenaar.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 6