16 Invulling werkboekje Van het Bestuur der Stichting „Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" vernemen wij, dat bij de periodieke controle der werkboekjes, die thans wordt gehouden, nog her haaldelijk moet worden geconstateerd, dat aan de invulling van de staat van dienst" door de werkgevers in vele gevallen te weinig aandacht wordt geschonken. Het komt ondanks de diverse publicaties in dit orgaan en de aanwijzingen, die per circulaire aan de leden zijn verstrekt, meermalen voor, dat se dert de uitreiking der boekjes in 1947 respectie velijk sedert de laatste controle in, 1950, geen enkele aantekening in de staat van dienst is ge maakt ofwel dat de gemaakte aantekeningen der mate onvolledig zijn, dat niet blijkt of de houder van het boekje nog bij dezelfde werkgever in dienst is en zo ja, in welke functie. Verder komt het nogal eens voor, dat de be naming ,,chef-operateur" wordt gebezigd. Dit stamt uit de tijd van. vóór het tot stand komen van de loonregeling voor het bioscoopbedrijf. De functie chef-operateur wordt in de loonregeling niet genoemd en dient dan ook te worden ver vangen door eerste operateur belast met de lei ding" of „technisch bedrijfsleider". Aangezien de controle der boekjes dient ter verificatie van de operateursadministratie, die genoemd Stichtingsbestuur heeft aangelegd, is het duidelijk, dat onvolledig of in het geheel niet in gevulde werkboekjes een doeltreffende controle onmogelijk maken. Daar komt nog bij, dat de werkboekjes be schouwd kunnen worden als een doorlopend ge tuigschrift voor de houder, zodat het ook voor hem van belang is, dat de staat van dienst regel matig wordt bijgehouden. Met het oog daarop is het eveneens noodza kelijk, dat bij verandering van werkkring nauw keurig wordt aangetekend op welke datum de betrokken operateur de dienst van, de ene werk gever heeft verlaten en op welke datum en in welke functie hij bij de volgende werkgever in dienst is getreden. Bij de toepassing van de loonregeling hebben zich reeds verscheidene moeilijkheden voorge daan, doordat aan de invulling van de functie en de diensttijd door de werkgever onvoldoende aan dacht was geschonken. Ten aanzien van de invul ling van de staat van dienst zij vermeld, dat het, met uitzondering van operateurs, die korter dan 3 jaar in dienst zijn en die het operateursdiploma alsnog moeten behalen, niet nodig is, dat per week of per maand wordt aangetekend hoeveel practijk- uren worden gemaakt. Bij deze operateurs, waar onder dus ook de z.g. vrijgestelden zijn begrepen, is het voldoende om eenmaal per half jaar of een maal per jaar in de staat van dienst aan te teke nen, dat bijvoorbeeld gemiddeld 42 uur per week is gewerkt in de functie van eerste operateur niet belast met de leiding of in een andere functie. Gaat iemand in militaire dienst, dan is het ge wenst, dat ook dit wordt aangetekend. Voor ope rateurs, die nog examen moeten doen is het daarentegen zaak, dat tenminste eenmaal per maand wordt ingeschreven hoeveel practijkuren in die maand zijn gemaakt, omdat aan de hand van, zijn practijkuren wordt beoordeeld of de be trokkene, na met succes examen te hebben ge daan, in het bezit kan worden gesteld van het diploma A of B. Onder practijkuren worden verstaan de uren, die de operateur nodig heeft voor het projecteren van de films met inbegrip van het vertoningsge- reed maken der programma's en de tijd, die moet worden besteed aan het regelmatig onderhoud van de apparatuur. Het Bestuur van genoemde Stichting dringt er nogmaals op aan vorenstaande aanwijzingen bij de behandeling der werkboekjes in de toekomst zorgvuldig in acht te nemen, hetgeen zijn werk zaamheden op dit gebied belangrijk zal verge makkelijken. De operateurscursus Medio Januari j.1. is wederom een groep leer lingen met de schriftelijke operateurscursus be gonnen die opleidt voor het examen ter verkrij ging van, het diploma A of B. Tegelijkertijd startte de derde practijkcursus. Dit is een schriftelijke cursus die uit slechts 27 lessen bestaat en opleidt voor het examen ter ver krijging van het practijkcertificaat. Zoals bekend is dit certificaat bedoeld voor en ook slechts geldig in bioscopen met een normale wekelijkse arbeidstijd van minder dan 24 uur. In deze categorie van bioscopen als regel dus bioscopen met minder dan 9 voorstellingen per week vervangt genoemd certificaat het opera teursdiploma dat in de overige bioscopen ver eist is. Daar er helaas in vele kleine plaatsen nog steeds met onbevoegde operateurs wordt gewerkt moeten wij nogmaals de waarschuwing laten horen deze krachten examen te laten doen, voor dat wegens overtreding van het bepaalde in de Loonregeling moeilijkheden worden ondervonden. Indien een operateur zich thans voor de practijk cursus opgeeft en de lessen die uitsluitend de cabinepractijk met inbegrip van de veiligheids- ^NIEUWS UIT DE CABINE-^

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 18