NIEUWS UIT HET BUITENLAND
België
Duitsland
24
Film en televisie
Op 22 October 1953 werd er een overeenkomst
ondertekend tussen het Belgisch Natio
naal Instituut voor Radio-omroep
N.I.R.enerzijds en de Beroepsvereni
ging der Belgische Filmverdelers
(filmverhuurders), de Vereniging der
Kinemabestuurders van België ex
ploitanten en de Belgische Syndicale
Kamer voor Cinemat O'graphie waarin
verhuurders, producenten en fabrikanten gegroe
peerd zijn) anderzijs.
In eerste aanleg voorziet deze overeenkomst in
de oprichting van een Gemengde Commissie voor
de Televisie, welke tot taak heeft de aanvragen te
beoordelen welke worden gedaan voor het uitzen
den door middel van de televisie van lange en
korte films, die tot het commerciële bioscoopreper
toire behoren. Deze commissie bestaat uit elf stem
gerechtigde leden waarvan drie vertegenwoordi
gers van de exploitanten, drie van de Syndicale
Kamer en één filmverhuurder, alsmede twee van
de Franstalige- en twee van de Nederlandstalige
televisie-omroep, welke in deze overeenkomst onder
de naam Belgische Televisieproeven" wordt aan
geduid.
Als voorzitter en secretaris van de commissie
fungeren de voorzitter en de algemeen secretaris
van de Hoge Raad van de Kinema het
contactorgaan van de diverse takken van het film
bedrijf); zij hebben geen stemrecht.
„Belgische Televisieproeven" heeft zich verbon
den om geen enkele film, welke tot het commerciële
bioscooprepertoire behoort, noch rechtstreeks
noch in relais uit te zenden zonder voorafgaan
de toelating door de Gemengde Commissie.
Op de schriftelijk ingediende aanvragen wordt
met meerderheid van stemmen door de aanwezige
leden der Commissie beslist. Deze beslissingen
worden zonder beroep door partijen aanvaard.
Uitwisseling met Oostenrijk
Volgens een reeds door partijen geratificeerde
overeenkomst zal Oostenrijk in, het tijdperk van
1 September 1953 tot 31 Augustus 1954 aan Duits
land 15 Oostenrijkse en 10 in Oostenrijk in co
productie met Duitsland vervaardigde speelfilms
leveren. In dezelfde periode zal Duitsland naar
Oostenrijk 95 Duitse speelfilms en 10 in Duits
land tot stand gekomen Duits-Oostenrijkse co
producties uitvoeren. Zouden de ontworpen co
producties niet gereed komen, dan kan voor elk
paar co-producties één Duitse of één Oostenrijkse
speelfilm geëxporteerd worden.
Bovendien kan Oostenrijk 20 korte en 2 avond
vullende documentaires leveren tegen Duitsland
J10 korte en 10 avondvullende documentaires.
Groei van het Bioscooppark
Vlugger dan men verwachtte is de Duitse bio
scoopexploitatie de gevolgen van de oorlog te
boven gekomen, in tegenstelling tot het filmpro-
ductiebedrijf, dat nog met vele moeilijkheden te
kampen heeft.
In 1949 waren er in het gebied van de West-
duitse Bondsrepubliek en in West-Berlijn al weer
3200 bioscopen in bedrijf tegen slechts 1150 in
1945. Men begon onmiddellijk na de geldzuive
ring met de bouw van nieuwe bioscopen op ruime
schaal. Hoewel het tempo van deze nieuwbouw
in de loop van 1952 wel wat vertraagd werd,
kwamen er alleen in dat jaar nog 306 bioscopen
met 137.411 zitplaatsen gereed.
Einde 1952 telden de Bondsrepubliek en West-
Berlijn in totaal 4853 permanente bioscopen met
1.970.000 zitplaatsen. Daarbij komen nog 1487
,,Mitspielstellen", 341 reisbioscopen en 32 perma
nente smalfilmtheaters.
Als men er rekening mede houdt, dat er in, het
onverdeelde Duitsland van 1936 in totaal 5260
permanente bioscopen waren, en dat het gebied
der Bondsrepubliek slechts een deel van het vroe
gere Duitsland beslaat, moet men vaststellen dat
de bioscoopexploitatie de door de oorlogsomstan
digheden ontstane achterstand in zetelcapaciteit
zeker heeft ingehaald. Hoe sterk het zitplaatsen
aanbod door nieuwbouw gestegen is, blijkt eerst
duidelijk wanneer men de zetelcapaciteit in, een
getal per 1000 inwoners uitdrukt: met 39,3 was
zij einde 1952 ruim een derde hoger dan in 1939
(29,4).
Op grond van deze stijging van de capaciteit
zou men de conclusie kunnen trekken, dat een
zekere oververzadiging van zitplaatsenaanbod is
bereikt en dat een verdere toeneming de rentabi
liteit van het bioscooppark in, gevaar zou bren
gen. Ongetwijfeld is dit plaatselijk soms het geval,
zoals bijvoorbeeld in München, waar in het afge
lopen jaar elf bioscopen wegens insolvabiliteit ge
sloten werden, en verder zeven zaken failliet
werden verklaard en vijftien andere bedrijven