26
De noodverlichting
Bij de technische controles die geregeld in, alle
bioscopen worden ingesteld, blijkt ons herhaal
delijk, dat sommige leden-exploitanten nog steeds
niet zijn doordrongen van het grote belang ener
deugdelijke noodverlichtingsinstallatie. Zij die
echter wel over een goede noodverlichtingsinstal
latie beschikken en hebben meegemaakt, dat plot
seling de netspanning uitviel, zullen volmondig
getuigen, dat zulk een installatie van zeer grote
waarde is.
Wellicht ten overvloede zij op deze plaats nog
maals gereleveerd, dat een goede noodverlichting
o.a. aan, de volgende voorwaarden moet voldoen:
a. bij het uitvallen of belangrijk dalen van de
netspanning moet een aantal lichtpunten auto
matisch gaan branden en wel zodanig, dat de
zaal, alsmede de vluchtwegen, die naar de
uitgang leiden voldoende verlicht zijn, om het
publiek in de gelegenheid te stellen zich te
oriënteren en zo nodig ongehinderd naar bui
ten te komen.
b. in geval van nood moet door het overhalen
van een schakelaar die zich op door de brand
weer aan te geven plaatsen bevindt, hetzelfde
worden bereikt.
c. de voeding van de noodverlichting, die dus
onafhankelijk van de normale electriciteits-
voorziening werkt, moet gedurende tenminste
twee uur voldoende stroom kunnen leveren
om de noodverlichting te laten branden.
Bij dit laatste punt willen wij in het bijzonder
even stil blijven staan.
In vele bioscopen zijn n.1. voor de voeding van
de noodverlichting wel accu-batterijen aanwezig,
maar er moet steeds weer worden geconstateerd,
dat aan het onderhoud van dit zeer belangrijke
onderdeel der technische outillage te weinig aan
dacht wordt geschonken.
In de eerste plaats komt het nog al eens voor,
dat de accu's op zeer moeilijk te bereiken plaatsen
worden opgesteld, bijvoorbeeld ergens onder de
vloer. Het levert dan nogal wat werk op om bij
voorbeeld het zuurgehalte of de spanning der
batterijen te controleren en het met deze controle
belaste personeel vergeet dit dan maar liever.
Het is dan ook geen zeldzaamheid, dat zulke
accu's, wanneer een technische controle wordt
ingesteld, in totaal ontladen toestand worden
aangetroffen, waardoor zij dus in geval van nood
geen dienst kunnen doen.
Het mag als bekend worden verondersteld, dat
algehele ontlading zeer schadelijk is voor een
accu en aanleiding geeft tot het z.g. sulfateren,
hetgeen, indien dit ernstige vormen aanneemt, de
accu volledig onbruikbaar maakt.
Wij raden derhalve een ieder aan de accu
batterijen op een gemakkelijk bereikbare plaats
op te stellen en voor een regelmatige en grondige
controle zorg te dragen.
Deze controle moet in de eerste plaats geschie
den door het meten van de spanning en het con
troleren van het zuurgehalte. Hierbij dient te
worden bedacht, dat spanningsmeting alleen
waarde heeft indien deze geschiedt, wanneer de
accu in bedrijf is. Vóórdat meting plaatsvindt
moet dus de verbruikskring worden gesloten.
Indien bij zuurmeting het soortelijk gewicht
van de vloeistof daalt tot 1,20 (dit wordt ge
meten met behulp van een zuurweger) dan be
tekent dit, dat de accu is ontladen. Verdere zicht
bare kenmerken voor ontlading zijn:
1. de negatieve electrode wordt door vorming
van loodsulfaat donker in plaats van licht
grijs.
2. de positieve electrode wordt door vorming van
loodoxyde licht in plaats van donkerbruin.
Rest ons nog te vermelden, dat een geladen
accu in bedrijf gemeten een spanning boven 2,4
Volt per cel moet hebben en dat het s.g. der
vloeistof van een geladen accu circa 1,24 moet
bedragen. Daalt de spanning in bedrijf gemeten,
beneden 1,85 Volt per cel, dan is de accu ont
laden.
Uit het vorenstaande zal ongetwijfeld zijn ge
bleken, dat de controle der accu's een tamelijk
eenvoudige zaak is, zodat er niet de minste reden
is om dit belangrijke werk te verwaarlozen.
Wij vertrouwen daarom, dat degene, die dit
aangaat, de onderhavige wenken ter harte zullen
nemen en wij zijn, gaarne bereid desgewenst op
aanvraag ter zake van het onderhoud en de
behandeling van accumulatoren nadere gegeven
te verschaffen. Overigens ligt het in de bedoeling
hierop in een volgende publicatie nog nader terug
te komen.
Controle werkboekjes
Van het Bestuur der Stichting „Instituut voor
Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel''
vernemen wij, dat het reeds enige tijd doende is
met de periodieke controle der werkboekjes.
Daarbij blijkt voortdurend, dat vele werkgevers
onvoldoende aandacht schenken aan de invulling
van de staat van dienst, voorkomende in die
boekjes, hetgeen vooral schadelijk is voor opera
teurs die nog examen moeten doen of dit jaar het
^-NIEUWS UIT DE CABINE^