NIEUWS UIT HET BUITENLAND 12 DE Raad van Beheer van de Internationale Federatie van Verenigingen van Film producten F.I.A.P.F.), waarvan de Ne- derlandsche Bioscoop-Bond deel uit maakt, heeft gedurende de eerste week van December in Londen vergaderd onder voor zitterschap van Dr. Renato Gualino. De Raad had tal van verzoeken tot erkenning van festivals te behandelen. Er werd overeenstem ming bereikt over het aantal festivals, dat in 1954 kan worden gehouden en men kwam tot de con clusie dat het wenselijk is in de toekomst jaarlijks slechts één internationaal filmfestival met het ka rakter van een competitie te houden. Dit werd vastgelegd in de volgende resolutie: ,,De filmproducenten, die leden zijn van de fede ratie, zijn het er over eens, dat er te veel festivals zijn van iedere categorie. Het doel van de Fede ratie is om zo spoedig mogelijk een belangrijke vermindering te bewerkstelligen van het aantal festivals, dat elk jaar wordt gehouden en in het bijzonder te verzekeren, dat er jaarlijks slechts één filmcompetitie zal zijn waarop prijzen worden uitgeloofd." De overwegingen, waarop deze resolutie is ge baseerd, zijn de volgende: Op de eerste plaats zijn de kosten van deelne ming hoog en staan in het algemeen in geen ver houding tot enig commercieel voordeel, dat men mogelijk door vertoning op een festival bereikt. Op de tweede plaats eisen de festivalreglemen ten steeds, dat de te presenteren films voordien, uitgezonderd in het land van oorsprong, niet in het openbaar zijn vertoond. Het gevolg van dit voorschrift is, dat de aan de festivals deelnemende films soms maandenlang niet commercieel gedis tribueerd kunnen worden, waardoor de betrokken producent van belangrijke inkomsten verstoken blijft en hij mogelijk belangrijke boekingen in ver schillende landen in het gunstige seizoen verliest. Verder is het aantal films, dat aan festivalnor men voldoet, in ieder land sterk beperkt en het is vele landen daarom niet mogelijk om hun na tionale filmindustrie recht te laten wedervaren door aan een aantal van die festivals deel te nemen. Ten slotte blijken vele festivals niet de bevor dering van de belangen van de filmproductie op het oog te hebben, maar andere, en in het bijzon der plaatselijke, belangen. Dienovereenkomstig heeft de Raad van Beheer besloten alleen die internationale filmfestivals te erkennen en te steunen, welke garanderen: a. dat de vertoonde films daarna buiten ieder im- portquotum om een onbeperkte commerciële verhuur zullen krijgen in het land waar het festival is gehouden; b. onbeperkte transfer naar het land van oor sprong van de filmhuren, welke aan de pro ducenten uit de commerciële distributie toeko men. De Raad van Beheer stelde voor 1954 de vol gende festivalkalender vast: Categorie A (internationale festivals met het karakter van een competitie): Cannes, Frankrijk (25 Maart tot 9 April) en Venetië, Italië (Augus tus). Categorie B (internationale festivals, welke niet het karakter van een competitie hebben): Sao Paulo, Brazilië (12 tot 26 Februari), Mar del Plata. Argentinië (7 tot 16 Maart), Berlijn, Duits land (18 tot 29 Juni) en San Sebastian, Spanje (Juli). Categorie C (internationale festivals, welke zich beperken tot speciale films): Cortina d'Am- pezzo, Italië, sportfilms (Februari) en Brussel. België, films over toerisme en folklore (October). Categorie D (nationale festivals): Punta del Este, Uruguay (1 tot 7 Maart), Locarno, Zwit serland (Juli) en Cairo, Egypte (October). De deelneming door producenten aan de voren- vermelde festivals is afhankelijk van het aanvaar den door de organisatoren van de algemene voor schriften van de Raad van Beheer. De organisa toren van de festivals dienen formeel kennis te geven van deze acceptatie aan het secretariaat van de Federatie, dat op zijn beurt de leden-ver- enigingen hiervan verwittigt. De Raad heeft de voorzitter gemachtigd een be slissing te nemen inzake twee verdere aanvragen voor categorie C, zodra volledige inlichtingen zijn verkregen. Jeugdfilms Als gevolg van de bemoeiingen van de Federa tie in verband met de toenemende internationale productie en vertoning van jeugdfilms, heeft de Raad besloten internationale overeenkomsten, waaraan alle verenigingen van de Federatie deel kunnen hebben, te bevorderen. Dergelijke overeenkomsten, welke in de eerste plaats Frankrijk, Italië, Duitsland en Spanje zou den kunnen betreffen, zouden ten doel hebben de vervaardiging en vertoning van zulke films te sti muleren en maatregelen te nemen voor haar onbe perkte uitwisseling tussen de betrokken landen onder de meest gunstige omstandigheden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 13