31 leden en donateurs van de Bond onderling met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de Bonds arbitrage, zoals die is geregeld in dat Arbitragereglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder- landsche Bioscoop-Bond; dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Com missie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat bovendien die vordering door de aan de Commissie overgelegde stukken wordt gestaafd; dat de vordering derhalve moet worden toegewezen en gedaagde moet worden veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag ad alsmede tot betaling van de geschilkosten, welke zijn bepaald op 50. RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJKHEID: VEROORDEELT gedaagde om aan eiser te betalen alsmede tot betaling van de geschilkosten, bedra gende 50.(aan het Secretariaat der Commissie). Aldus gewezen te Amsterdam op 28 December 1953. In zake: N.V. METRO GOLDWYN MAYER FILMMAAT SCHAPPIJ, gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende aldaar aan de Weteringschans 28, eiseres, contra B. BRANBERGEN, exploitant van de Filmonderneming Okaphone, gevestigd te Groningen en kantoor houdende aldaar aan de Oude Ebbingestraat 60, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitragereglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de beslechting onder meer van ge schillen tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij reguest dd. 27 October 1953 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, waarvan afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op Woensdag 2 December 1953 op het Bondsbureau te Amsterdam; dat aldaar verschenen is de heer E. Spreekmeester, ge machtigde van eiseres; dat gedaagde niet is verschenen en evenmin bericht van verhindering heeft gezonden, althans dat zulk een bericht niet bij de Commissie is binnengekomen; dat de heer E. Spreekmeester namens eiseres in hoofdzaak heeft verklaard, dat hij zich refereert aan de door eiseres aan de Commissie ingezonden stukken; OVERWEGENDE: dat beide partijen lid van de Nederlandsche Bioscoop-Bond zijn en dat ingevolge het bepaalde in artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het Arbitragereglement van de Nederlandsche Bioscoop-Bond alle geschillen tussen leden van de Bond on derling met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onder worpen aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat Arbitragereglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder landsche Bioscoop-Bond: dat gedaagde generlei verweer ter kennis van de Com missie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat deze vordering bovendien door de aan de Commissie overgelegde stukken wordt gestaafd; dat de vordering derhalve moet worden toegewezen en gedaagde moet worden veroordeeld tot betaling van een bedrag ad alsmede tot betaling van de geschilkosten, welke zijn bepaald op 50. RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJKHEID: VEROORDEELT gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van f alsmede tot betaling van de geschilkosten, bedragende 50. (aan het Secretariaat der Commissie). Aldus gewezen te Amsterdam op 28 December Ï953. In zake: PROFILTI FILMFABRIEK N.V., gevestigd te 's-Graven- hage, en kantoor houdende aldaar aan de Boslaan 3, eiseres, contra MEVROUW L. MEYER-SCHIMMERLING, exploite rende Victoria Films, gevestigd te Amsterdam, en kantoor houdende aldaar aan de Apollolaan 123, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitragereglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de beslechting onder meer van geschil len tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij reguest dd. 22 October 1953 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, waarvan afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op Woensdag 2 December 1953 op het Bondsbureau te Amsterdam; dat aldaar verschenen zijn de heer C. S. Roem, directeur van eiseres, Mevrouw L. Meyer-Schimmerling, gedaagde, alsmede haar rechtskundig raadsman Mr. A. W. Kymmell en haar boekhouder de heer M. Scholz; dat de heer C. S. Roem namens eiseres in hoofdzaak heeft verklaard, dat van gedaagde inmiddels een betaling ter grootte van 500,is ontvangen, zodat eiseresses vordering pro resto bedraagt; dat hij zich overigens aan zijn request refereert; dat gedaagde, Mr. A. W. Kymmell en de heer M. Scholz namens gedaagde, in hoofdzaak hebben verklaard, dat de door eiseres ingestelde vordering ter grootte van f als juist wordt erkend; dat echter met eiseres was afgespro ken, dat deze vordering vóór 31 December 1953 zou worden afbetaald om welke reden het aanhangig maken van dit ge schil prematuur wordt geacht; dat met het oog op gedaagdes liquiditeitspositie de medewerking van eiseres wordt gevraagd voor het treffen van een betalingsregeling; dat de heer C. S. Roem namens eiseres heeft geantwoord alsnog bereid te zijn een betalingsregeling te treffen en wel dusdanig, dat ingaande Maandag 7 December 1953 wekelijks ter filmbeurze per cheque een bedrag van zal wor den voldaan, totdat de gehele schuld is vereffend; dat gedaagde heeft verklaard met deze regeling accoord te gaan; OVERWEGENDE: dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop- Bond en dat ingevolge het bepaalde in artikel 32 der Statu-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 32